Wil je samen zingen en ben je op zoek naar een gezellig koor in Amersfoort? Je bent van harte welkom bij één van onze koren. Ben je bang dat je niet kunt zingen? Samen zingen in een koor helpt je dan om over die drempel te stappen. In een koor kun je werken aan je eigen zang, maar ook genieten van het samen zingen. Wij hebben koorcursussen op verschillende niveaus en voor verschillende genres. Dus of je nu een aarzelende beginner bent of een doorgewinterde koorzanger, we hebben altijd een koor of zangcursus die bij je past. En mocht je twijfelen: je kunt altijd een gratis proefles doen!
✔️ van samen zingen word je blij
✔️ samen zingen is erg gezellig
✔️ bij een koor leer je vaak nieuwe mensen kennen
✔️ je stem is het enige instrument dat je altijd bij je hebt
✔️ je eigen stem is uniek, niemand klinkt zoals jij
✔️ met een koor treed je meestal meerdere keren per jaar op
Heb jij nog nooit zangles gehad, maar wil je wel bij een koor? Dan kun je het beste starten met het Basiskoor en daarna doorstromen naar één van onze koren. We helpen je graag met het maken van een goede keuze, een laagdrempelige start en uiteindelijk veel plezier te hebben tijdens je eerste lessen.
Samen zingen vinden wij niet alleen enorm leuk, maar ook heel erg belangrijk. Daarom kunnen alle jonge cursisten t/m 20 jaar gratis deelnemen aan het kinderkoor Bubbels (6-12 jaar) of jongerenkoor Bruis (12-20 jaar). Deze koren repeteren op verschillende locaties van Scholen in de Kunst.
Zing jij al jaren, maar ben je op zoek naar een koor voor ervaren zangers in Amersfoort? Ook dan ben je bij ons aan het juiste adres. Bekijk de koren die wij aanbieden voor gevorderde zangers: het Pop & Jazzkoor en Koor Klassiek. Beide koren voor gevorderden worden geleid door een docent die ook jou nog genoeg kan bijleren.
'Jonge kinderen zingen zo puur en durven eigenlijk alles'
“Het fijnste aan mijn vak is dat ik de hele dag met muziek bezig kan zijn. Ik zing al zo lang als ik me kan herinneren. Zingen is iets heel vanzelfsprekends voor me, het is een mooie manier om me te uiten en om emoties te tonen. Ik heb lang getwijfeld wat ik wilde doen: of het conservatorium of toch de Pabo. Als muziekdocent komt alles mooi samen. Ik werk met volwassenen maar ook veel met kinderen en alles draait om muziek. Dat vind ik heel prettig.”
“Als ik zou moeten kiezen, want ik houd van heel veel stijlen, dan zou ik zeggen: meerstemmig zingen. Dat doe ik bijzonder graag omdat het zo uitdagend is om een mooie verbinding te maken tussen de verschillende stemmen. Op dit moment richt ik me minder op het uitvoeren, want al mijn tijd en energie gaat op aan lesgeven. Al zing ik nog wel in een klassiek koor.”
“Vooral bij de koorlessen heb ik een duidelijke structuur, als dirigent ben je iets meer bepalend dan bij andere groepslessen. Maar verder zijn mijn lessen, zowel bij de kinderen als volwassenen, zeer speels. Ik zet vaak spelletjes in en bedenk grappige oefeningen. Ik kan heel spontaan bij een woord ineens een liedje gaan zingen. Verder bewegen we veel en vind ik humor belangrijk. Zingen is een hobby voor mensen en dan wil je wel dat ze er veel plezier aan beleven. Ik zorg dan ook voor een fijne sfeer.”
“Ik ben best ambitieus en geef soms stukken waarvan ik achteraf denk: wellicht was dit iets te hoog gegrepen. Maar daarmee zorg je er wel voor dat cursisten ineens stappen zetten. Net als bij voorstellingen. Richting de kerstperiode werken we echt toe naar diverse optredens en de extra focus die dan ontstaat, zorgt ervoor dat cursisten ineens flink vooruitgaan. Geweldig!”
“Mooie momenten vind ik die keren dat de wat meer verlegen kinderen ineens uit hun schulp kruipen. Ook beleef ik veel plezier aan de jongere kinderen van een jaar of zes, zeven. Zij zingen zo puur en durven eigenlijk alles, ze ervaren nog geen gêne. Dat is dan weer anders bij het Pop- & Jazzkoor, zij kunnen allemaal al prima zingen, maar denken soms te veel na. Dan is de uitdaging: vooral doen! Wanneer ik dan merk dat cursisten ineens thuis meer oefenen, waardoor ze met sprongen vooruitgaan, dan maak je mij gelukkig.”
Toen ze jonger was heeft ze een jaar gewerkt als au pair in Engeland, vlakbij Londen.
Anne Marije van den Toren groeide op in Veenendaal, waar ze eens heeft opgetreden bij een klassiek openluchtconcert. Na de middelbare school volgde ze aan de HKU in Utrecht de opleiding tot Muziekdocent. Al gauw gaf ze lessen aan diverse groepen: vooral zang- en koorlessen. Die lessen geeft ze bij Scholen in de Kunst, maar ook bij Stichting de Gooische Muziekschool in Bussum en bij Zangschool Utrecht. Ze rondde ook de opleiding tot Universal Voice af.
Bekijk hier een optreden van Anne Marije!
‘Iedereen zou een keer zangles moeten nemen’
‘Sommige zangdocenten weten al hun hele leven dat ze zangeres willen worden. Ik ontdekte mijn zangtalent pas bij vrouwenstudentenkoor Medusa, waar ik inmiddels de dirigent van ben. Ik studeerde toen Keltische talen, maar nam enkele klassieke zanglessen en die lerares hoorde potentie in mijn stem en spoorde me aan ermee verder te gaan. Zo koos ik op mijn 23ste voor het conservatorium.
‘Het is nooit mijn ambitie geweest om alleen maar te zingen en op operapodia te staan, vanaf het begin was mijn doel om ook zangdocent te worden. Dat leven met lesgeven en dirigeren sprak me vooral aan. Het past ook bij me. Ik wil graag mensen verder helpen die het spannend vinden om te zingen. Zingen is best eng, dat heb ik zelf ook ervaren. Ik vind het fijn om cursisten te helpen die drempel te nemen.’
‘Eigenlijk zou iedereen zangles moeten nemen. Zingen en je stem gebruiken is heel goed voor je persoonlijke ontwikkeling. Het is niet alleen heerlijk en leuk om te doen, maar je leert er veel van. Zoals ruimte innemen, helder en duidelijk spreken of voor groepen staan. Zelf vind ik de stem het mooiste instrument van de wereld.’
‘Ik werk niet met een vooropgezet plan. Ik wil mijn leerlingen graag iets leren en zorgen dat ze beter worden. Daarvoor heb ik genoeg oefeningen die ik kan inzetten, maar ik vind persoonlijk contact en me inleven in de ander ook erg belangrijk. Als iemand zich veilig voelt, lukt het zingen beter. Ik ga altijd uit van wat er al is en zoek van daaruit naar wat beter kan. Dat geeft vertrouwen en zo groei je als zanger. Soms heb ik liever dat iemand lekker ontspannen even vals zingt, dan dat je heel krampachtig probeert zuiver te zingen. Er wordt dan ook veel gelachen in mijn lessen.’
‘Het bijzondere van koorles is dat je werkt met diverse mensen die samen een groep vormen. Ik geef aan vier verschillende koren les met ieder een ander niveau. Het ene koor wil wat makkelijkere stukken en snel resultaat, terwijl een ander koor juist wat langer wil studeren op ingewikkelde muziekstukken. Dat vind ik leuk en uitdagend. In de koorlessen besteed ik ook veel aandacht aan het gezond gebruik van de stem. En als je dan het resultaat van de samenzang hoort, is dat zo fantastisch.’
Behalve dat Iris veel klassieke muziekstukken zingt, is ze al vanaf haar puberteit fan van symfonische metal muziek. Ze werkt samen met Tom de Wit (TDW) en heeft koorpartijen ingezongen voor de band Aeon Zen.
Iris van ‘t Veer geeft individuele zanglessen en koorlessen. Ze is dirigent van studentenkoor Medusa in Utrecht. Ze studeerde Klassieke Zang aan het Utrechts Conservatorium en haar liefde voor Finse muziek ontstond tijdens een uitwisseling in Helsinki. Ze zingt barokmuziek in het ensemble Coronis. Ze geniet ervan om soms solo te zingen, bijvoorbeeld met een orkest of een koor. Ook werkt ze graag samen met pianisten, het liefst in het genre van het Lied.
‘De verbindende kracht van muziek is zoiets moois’
Achtergrond
• Reinier studeerde orkest- en koordirectie en volgde aanvullende opleidingen en cursussen theater en zang.
• Hij was eindverantwoordelijk voor vele muziektheaterproducties. De mengvorm van disciplines spreekt hem in het bijzonder aan. Als artistiek leider van Muziektheatergroep Totaal maakt hij innovatieve musicalproducties.
• Sinds 1999 is hij als koor- en muziektheaterdocent verbonden aan Scholen in de Kunst. Ook geeft hij vanuit Scholen in de Kunst les op basisscholen en leidt hij veel workshops o.a. voor de Kunstbrouwerij.
• Reinier schreef het boek Zingen als Vanzelf (uitgeverij Harmonia/De Haske) met 40 oefeningen om een koorrepetitie origineel en effectief te beginnen. Een vervolg hierop is in de maak.
Als docent
‘Met mijn positieve energie wil ik iedereen meenemen en ook individueel stimuleren. Bij jongeren bijvoorbeeld werkt dat goed, ze zijn vanuit school gewend aan het geven en krijgen van positieve feedback. Iedereen vindt het spannend, maar voelt zich uiteindelijk veilig. Zo is lesgeven aan koren voor mij meer dan repertoire instuderen. In het begin gaat het vooral om het creëren van een vertrouwde omgeving. We lachen veel en het is gezellig, maar er worden wel stappen gezet. Langzaam werk ik toe naar werkvormen waarbij ook individuele zangers aan bod komen. We zingen tweestemmige fragmenten; we zingen in groepen voor elkaar; langzaam dunnen we het uit tot een duet. Zo krijgt iedereen grip op het eigen instrument en leert de cursist ook luisteren naar anderen.’
Maatwerk
‘Het begin van de les - de warming up, gaat bij mij verder dan stemgymnastiek: ik wil mensen daarmee helpen om na werk of school het hoofd leeg te maken en echt even in een andere wereld te komen. Daar gaat ook het boek over dat ik schreef. Zo’n les, of ook een hele productie van begin tot eind helemaal bedenken, dat is wat ik het liefste doe. Voor al mijn groepen schrijf ik zelf tekst en muziek, en arrangeer ik alles wat los en vast zit. Niks leuker dan met een helikopterblik zoeken wat een groep nodig heeft. Uitzoeken op welke manier ik materiaal inzet, rekening houdend met bezetting, mogelijkheden en groepsdynamiek.’
Panorama Mesdag
‘Wat ik mensen wil meegeven is de ervaring waar ik zelf nooit op uitgekeken raak. Neem een schilderij als Panorama Mesdag. Een klein stukje bekijken is prachtig, maar er middenin staan, het geheel ervaren, is het zoveel rijker. Als zanger ervaren dat je een radartje bent in het geheel van het kunstwerk. Om dat te bereiken laat ik een traditionele kooropstelling in eerste instantie los: ik trek de stemgroepen uit elkaar; we lopen; doen theatrale oefeningen; we zingen in een cirkel en geven de toon aan elkaar door, of maken elkaars zinnen zingend af. Dat is eerst verwarrend en misschien eng, maar zo gaan de oren open, zo communiceer je met elkaar en wordt het panorama ineens duidelijk. Pas later gaan we naar een gebruikelijke opstelling. Dan gaat het ook om communiceren met publiek; hoe kom je op; hoe neem je applaus in ontvangst?’
Geluksmomentjes…
‘Ook na 25 jaar ervaring word ik nog steeds geraakt door de verbindende kracht van het samen zingen. Ik sta altijd weer perplex: zo’n jongerenkoor, het verschil in lengte en leeftijd is gigantisch. Dan gaan ze zingen; iedereen doet mee en het werkt! Ook bij volwassenen: mensen met allerlei achtergronden, leeftijden en opleidingsniveaus gaan samen zingen en na paar weken is het dikke mik. Daar kunnen we als maatschappij zo veel meer mee; de verbindende kracht van muziek is zoiets moois! Als ik dat ervaar en als er door de energie die ik erin stop een vuurtje ontbrandt, dan lopen ze na afloop vaak zingend de gang over. Iedereen gelukkig naar huis – dus ik ook.’
‘Leerlingen de vreugde van het zingen geven’
Achtergrond
• Hilde studeerde piano en solozang aan het Conservatorium van Alkmaar.
• Aan het Conservatorium in Den Haag specialiseerde ze zich verder in Renaissance - en Barokmuziek .
• Vanaf 1980 is Hilde verbonden aan Scholen in de Kunst.
• In 2011 behaalde ze het diploma koordirectie aan het Utrechts conservatorium.
• Ze combineert haar werk als zangeres en koordirigent met een lespraktijk. Hilde zong in veel koren, waaronder dat van de Nederlandse Bachvereniging en het Bachkoor Holland, maar ook in een popband.
• Hilde werkt graag met groepen, ze coacht en dirigeert ook bij Scholen in de Kunst verschillende koren die uiteenlopend repertoire zingen van klassiek tot pop.
• Hilde organiseert ook zangvakanties.
Als docent
‘Het allerleukste aan het lesgeven vind ik het echte contact met mensen. Als je zingt, kun je geen schijn ophouden. Dat maakt mensen kwetsbaar. Kennelijk lukt het me mensen op hun gemak te stellen, zodat ze zich veilig voelen in mijn les, want alleen dan durf je die kwetsbaarheid te laten zien en vrij te zingen. Ik heb dus heel leuk en open contact met mensen, gewoon omdat ze bij me zingen.’
Bijbrengen
‘Ik heb leerlingen van alle leeftijden, kinderen vanaf ongeveer negen jaar. Mijn stelling is dat iedereen kan zingen, als hij of zij wil. Natuurlijk ligt het eraan wat je ervoor wilt doen. En de een is talentvoller dan de ander. Ik wil mijn leerlingen bijbrengen dat zingen heel erg leuk is en dat het goed voor je is. Plezier staat hoog in het vaandel. Maar daarnaast werken we hard aan een goede techniek, dat is de basis. Thuis oefenen kan tussen de bedrijven door. Ik laat ze ook luisteren naar bepaalde nummers of zangers. Een nummer instuderen gaat dan spelenderwijs.’
Repertoire
‘Het repertoire - klassiek, musical, of popmuziek, bepaal ik samen met de leerling. Dan kom ik met nummers waarvan ik denk dat het goed is voor de leerling en de leerling komt met nummers. Voor alle stijlen is de techniek in de grond hetzelfde, je kleurt alleen anders. Een klassieke toon klinkt anders dan een poptoon. Leerlingen leren op gehoor, de meesten kunnen geen noten lezen. Dat lukt niet in de individuele lessen van 25 minuten per week. Noten lezen is bovendien heel lastig als je geen instrument speelt, want dan moet je van blad kunnen zingen. In de zanggroepen leer ik de leerlingen wel noten lezen.’
Optreden
‘Door het jaar heen zijn er veel mogelijkheden op te treden en samen te zingen. We zingen met groepen in bejaardenhuizen, met een koor en ook met solisten in de Xaveriuskerk, de popleerlingen treden op in café Miles en we organiseren masterclasses met piano. Maar er zijn ook veel leerlingen, vooral pubers, die helemaal niet willen optreden, dat is prima, gewoon lekker zingen! Het valt me wel op dat jongeren die zangles hebben, op school altijd goed scoren met muziek!’
Geluksmomentjes…
Dat zijn er zó veel! Een leerling die ineens heel goed gaat zingen, of als ik merk hoe belangrijk de les is voor mensen. Dat ik hen de vreugde van het zingen kan geven. En tijdens optredens natuurlijk, als een leerling het goed doet.’
welk koor kies jij?
docent Marjan Tolboom, leerling Rebecca
docent Hilde van Kuijeren, leerling Wim
Het verschil zit ‘m vooral in het genre: bij zangles klassiek ga je vooral aan de slag met het klassieke repertoire (opera, operette, aria's, madrigalen, etc.) en bij zangles pop met het lichte repertoire, zoals pop, jazz en Latin. Wat je ook kiest, voor beide lessen geldt: er wordt veel aandacht besteed aan stemgebruik, houding en ademhalingstechniek.
Dat is niet nodig! Zingen kun je leren, net zoals het bespelen van een muziekinstrument. Het helpt als je muzikale aanleg hebt, maar dat is niet noodzakelijk. Vals zingen betekent niet dat iemand niet kan zingen, maar (nog) niet de juiste techniek beheerst. Door je stembanden op de juiste manier te trainen kun je goed leren zingen.
Nee, dat is niet erg. Je kunt altijd op zangles zonder dat je noten kunt lezen. Als je het leuk vindt, kun je tijdens je lesperiode bij Scholen in de Kunst noten leren lezen. Overleg dat met je docent hoe je dat kunt aanpakken. Het is namelijk wel handig om van bladmuziek te kunnen zingen.
Er wordt samen met jou besproken welke zangles en lesvorm het beste bij je past en wat je wilt bereiken. Naast individuele les is het namelijk ook mogelijk om in een kleine groep te leren zingen. Zo hebben we voor getalenteerde jongeren de School voor Talent en voor beginnende volwassenen een korte groepscursus, waarbij de nadruk ligt op samen zingen, naar elkaar luisteren en zorgen voor een mooie klank samen.
Vaak wordt een goede zanger gezien als iemand met een aangeboren talent, maar niets is minder waar. Door het aanleren van de juiste techniek, houding en stemgebruik en door enorm veel te oefenen, kun je goed leren zingen.