Het Symfonieorkest van Scholen in de Kunst bestaat uit ongeveer 65 jongeren in de leeftijd van 12 t/m 20 jaar. Deelname aan het orkest gaat in overleg met je docent.
Het orkest heeft een symfonische bezetting en een veelzijdig repertoire, van klassiek tot pop. Jaarlijks treedt dit orkest minimaal vier keer op.
De repetities zijn op woensdagavond van 18.00 tot 19.30 uur.
Samenspellessen zijn gratis bij een jaarcursus muziek individueel bij de Muziekschool. Heeft jouw kind les bij een andere muziekschool in Amersfoort, Soest of Leusden? Dan is in veel gevallen deze les ook gratis. Neem contact op met de klantenservice.
Woensdag Avond
Jongeren € 215,50 (35 lessen)
‘Hoe meer iets voor je gaat leven, hoe makkelijker je het in je vingers krijgt’
Achtergrond
• Annet studeerde in 1990 af aan het Conservatorium van Amsterdam bij Joep Terwey
• Vanaf haar studietijd was ze fagottist in het Radio Kamer Orkest, later de Radio Kamer Filharmonie
• Naast haar orkestbaan werkte Annet op de educatie-afdeling van het Muziekcentrum van de Omroep. Na de opheffing van de Radio Kamer Filharmonie is ze zich gaan richten op muziekeducatie. Ze volgde trainingen zoals ‘Creative music making’, ‘Muziek als vak’ en ‘M4ME’. Annet is betrokken bij de projecten van Hallo Muziek, een organisatie die leerlijnen aanbiedt voor muziekeducatie op scholen
• Via Hallo Wereld geeft ze muziekateliers in de verlengde schooldag in Zaandam Poelenburg
• Annet heeft altijd veel kamermuziek gespeeld. Ze is lid van het ensemble De Bezetting Speelt
• Sinds 2018 geeft Annet fagotles bij Scholen in de Kunst & sinds 2025 is ze dirigent van de blazerssectie van het Jeugd- en Symfonieorkest.
Als docent
‘Als docent wil ik inspireren. Ik realiseer me dat ik vaak een spiegel ben voor mijn leerlingen. We spelen veel samen, ik speel stukjes voor en leer ze luisteren. Daarbij gaat het niet om het nadoen van mijn spel, maar om het ontdekken van eigen talent, op basis van ervaren, uitzoeken en uitproberen. Inspireren is voor mij ook samen naar een concert gaan, of mijn leerlingen laten weten als ik zelf ergens een concert geef. Als ze thuis een keer niks gedaan hebben, zorg ik dat we in de les toch verder komen, muziek maken, door bijvoorbeeld duetjes te spelen. Uiteindelijk wil ik dat ze met glimlach de deur uitgaan.’
Weten wat er klinkt
‘Ik wil mijn leerlingen leren ‘zingen’ op hun instrument. Of het nu drie noten zijn, een klein baslijntje of een voordrachtstuk: klank maken! Met verbinding tussen de noten. Weten wat er gaat klinken. Een toonladder bijvoorbeeld, is niet alleen een vingeroefening. Als je die ‘zingend’ speelt, is er een lijn, een richting. Ik benader alles vanuit musisch denken, ik maak geen onderscheid tussen etudes en voordrachtstukken. Als leerlingen iets ‘droog’ vinden, wil ik ze leren dat het leuk wordt als je er muzikaal iets van maakt.’
Methode
‘De vele trainingen op het gebied van educatie hebben een wereld voor me geopend. Wat ik bijvoorbeeld geleerd heb in de cursussen over Kodaly neem ik graag mee in de les voor beginners: spelen zonder noten, werken met liedjes die de kinderen kennen en uitgaan van de klankvoorstelling in plaats van de geschreven noten. Ook volwassenen wil ik leren niet meteen te beginnen met spelen als ze een partij voor het eerst spelen. Eerst even rustig kijken. Wat zie je, en wat kun je al zeggen van het stuk? Misschien eerst een beetje zingen, een mentale voorstelling maken.’
Oefenen
‘Wetende dat ik zelf vroeger “maar wat deed” bij het studeren, wil ik mijn leerlingen helpen met gemotiveerd en effectief thuis oefenen. Ik heb veel aan het boek van mijn zusje Wieke, ‘In de muziek’, over muziek, studeren en het brein. Veel musici van mijn generatie hebben nooit echt leren oefenen. Verder komen is niet alleen een kwestie van harder en meer studeren. Als bijvoorbeeld een loopje stagneert, kan je vaak beter naar een andere manier van spelen zoeken, dan het honderd keer over te doen. Dan kom ik weer op de klankvoorstelling: hoe meer iets voor je gaat leven, hoe makkelijker je het in je vingers krijgt.’
Wat zijn je geluksmomentjes?
‘Als leerlingen meer kunnen dan ze denken. Ze worstelen ergens mee, we proberen het eens op een heel andere manier en dan de verbazing: wat klinkt dat prachtig! Ik geniet ook van zo’n groepje samen musicerende pubers – ik moet ze vaak wel een beetje bij de les houden, maar als het dan lekker gaat, denk ik: wat is dat leuk, lesgeven!’
'De cultuur van een orkest kenmerkt zich door elkaar steunen en aardig zijn voor elkaar'
“Ik ben een klassiek geschoolde contrabassist en heb altijd in orkesten en ensembles gespeeld. Maar na mijn afstuderen was ik er niet naar op zoek om vast lid worden van een professioneel orkest. Op het conservatorium had ik wel al kennisgemaakt met dirigeertechnieken en toen viel eigenlijk het kwartje. Inmiddels ben ik fulltime jeugddirigent. Wat ik vooral leuk vind aan werken met kinderen is dat ik hen heel veel tools kan geven om betere muzikanten te worden en zij op hun beurt geven mij weer energie.”
“De energie en het enthousiasme als eerste. Muziek maken is een ambacht en het is ook persoonlijke groei. Spelen in een orkest betekent dat je niet alleen leert om voor jezelf op te komen, maar ook om compromissen te sluiten. Als jonge muzikanten in een orkest ontdekken dat een compromis sluiten positief kan uitvallen dan is dat goed voor de samenwerking, voor het samen spelen. De cultuur van een orkest kenmerkt zich door onderlinge steun, aardig zijn voor elkaar, groei en het allemaal oké vinden dat we fouten maken. Als die energie wordt gestroomlijnd dan durven de orkestleden ook meer en zo ontstaan er hele mooie dingen, met meer passie en meer gevoel.”
“Ik ben vrij energiek en grappig. Ik kan ook serieus zijn, maar er moet veel energie vloeien in de ruimte waar muziek wordt gemaakt. Kijk, als dirigent speel ik zelf geen instrument, ik maak geen geluid, dus ik moet wel de fysieke aspecten van de orkestleden spiegelen en sturen om ze gelijk te laten spelen. Dus ik ben misschien wel een beetje een stuiterbal, ja. De repetities zijn een tikkeltje onorthodox. Soms vraag ik of iedereen staand wil spelen want zittend muziek maken is niet altijd productief. Of ik nodig een van de kinderen uit op de bok. Of ze mogen geen bladmuziek gebruiken en moeten uit hun hoofd spelen. En soms gooi ik de orkestopstelling ook wel eens helemaal om. Het is een beetje experimenteel, maar op deze manier komen ze even uit hun hoofd en kunnen we focussen op wat voor muziek we willen maken en samen iets moois creëren.”
“Natuurlijk heb ik grote waardering voor beroemde dirigenten zoals Leonard Bernstein en andere grote internationale namen. Maar hoewel dit meesters in hun ambacht zijn, zij zijn niet echt mijn inspiratie. Ik krijg vooral energie van mensen die ik persoonlijk ken. Dus mijn dirigentenhelden zijn de leider van het jeugdorkest in Den Haag, Lex Blankenstijn. Hij is veel kalmer dan ik zelf ben, dus als ik hem channel komt er rust in de repetities. En ik heb ook veel bewondering voor Leonard Evers van het Nationaal Jeugdorkest. Hij is een stuiterbal die passie losmaakt in de orkestleden, net als ikzelf.”
• Orrin doet aan boogschieten en speelt ook wedstrijden op nationaal niveau.
• Als er sneeuw op de piste ligt, pakt Orrin zijn snowboard (ook na dit interview vertrok hij linea recta naar de sneeuw).