Stieneke Nagel
‘Dat was mooi hè! Nog een keer?!’
Achtergrond
• Stieneke kwam als 15-jarige in de jong talentklas van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Qui van Woerdekom.
• Vanaf 2001 begon ze haar Bachelor aan hetzelfde Conservatorium bij Jaring Walta en Peter Brunt. Tijdens haar master aan het Conservatorium in Utrecht bij Joyce Tan specialiseerde ze zich in de vioolmethodiek.
• Stieneke nam deel aan de methodiekklas in de dvd-serie ‘Vioolmethodiek’ die Qui van Woerdekom maakte in opdracht van het KC Den Haag .
• Vanaf 2007 is ze verbonden aan Scholen in de Kunst.
• Naast het geven van de individuele lessen begeleidt Stieneke samen met Klaske de Haan het Juniorenorkest van Scholen in de Kunst.
Als docent
‘Lesgeven vind ik heel erg leuk. Toen ik na mijn afstuderen in orkesten speelde, keek ik vaak naar de violisten om me heen. Dan bedacht ik voor wie welke oefening geschikt zou zijn. Spelen is ook heerlijk, en belangrijk om te blijven doen, zodat ik blijf ervaren wat ik aan mijn leerlingen overdraag. Voor mij is het veel waard dat ik met kinderen mag werken, hen kan onderwijzen.’
Ik wil mijn leerlingen natuurlijk de liefde voor de viool bijbrengen, maar ik zie het ook als mijn taak om ze te enthousiasmeren voor klassieke muziek in het algemeen. Ook wil ik ze graag meegeven hoe waanzinnig leuk het is om samen te spelen, in een orkest, in kamermuziekverband of samen in de les. Als ze dat in hun hart sluiten, dan blijft muziek voor altijd bij hen.
Daarnaast leren ze nog zoveel meer: oefenen en doorzetten in een tijd van appjes sturen en hup, meteen resultaat hebben. Het besef dat je soms eindeloos moet herhalen voordat je iets bereikt, maar dan ook verrast kunt worden door het resultaat. Dan laat ik ze iets spelen dat ze even geleden heel moeilijk vonden: “Weet je nog...? En kijk eens hoe makkelijk het nu gaat!” Ze zullen altijd iets hebben aan dat bewustzijn.
De lessen zijn vrolijk en gezellig en ik probeer mijn enthousiasme zo goed mogelijk over te brengen op de leerlingen. Waar nodig ben ik strikt en wijs ik leerlingen op de afspraken. Viool leren spelen vereist namelijk discipline en het is van belang dat meteen de juiste techniek wordt geleerd. Soms is het dan nodig om te zeggen: die hand moet gewoon zo, dit loopje studeer je op deze manier en wat in het schriftje staat, doe je gewoon – klaar. Dat klinkt misschien streng, maar volgens de kinderen is het vooral duidelijk.’
Methode
‘Toen ik als 15-jarige bij vioolpedagoog Qui van Woerdekom mijn lessen vervolgde, viel er nog heel veel te leren. Bij hem ontwikkelde ik heel bewust een goede basistechniek. Later leerde ik die bij Joyce Tan steeds meer toepassen in dienst van de muziek. Deze basis wil ik de kinderen ook meegeven: met de juiste techniek de vertaling maken naar de muziek. Als mijn leerlingen sterker of zachter willen spelen, weten ze wat ze moeten doen met hun streek. Als ze willen vibreren kunnen ze meer dan alleen een beetje ‘wiebelen’.’
Groepsles en individuele vioolles
‘In het eerste jaar hebben de kinderen elke week zowel groepsles als individuele les. In de groeples leren we de kinderen muziek maken vanuit het innerlijk gehoor: we spelen niet alleen viool, we zingen, we bewegen, we doen technische oefeningetjes, spelletjes en we leren noten lezen. Tijdens de individuele les werken we dat verder uit naar de behoefte van het kind. Na het eerste jaar zijn er veel mogelijkheden om op steeds hoger niveau door te gaan met samenspelen. Dat is echt de meerwaarde van Scholen in de Kunst. Alle kinderen mogen vanaf het eerste jaar in het Juniorenorkest spelen en stromen daarna door naar het volgende orkest. Alles binnen één school, dat is echt uniek. Voor mijzelf is ook de samenwerking met collega’s belangrijk: het regelen van samenspelen, elkaar scherp houden en geïnspireerd raken door elkaar.’
Studeren
‘De motivatie voor vioolspelen komt uit het kind en samen met ouders haak ik daarop in. Ik probeer in de les genoeg mooie momenten te creëren waarop kinderen voelen dat ze iets leren waar ze thuis mee aan de slag willen en kunnen. Ik zoek materiaal dat bij hen past en dat voor hen leuk is om mij na een week weer te laten horen. Ook leer ik ze zelfstandig studeren. Voor thuis kunnen ouders zoeken welke benadering bij hun kind past: bij sommige kinderen werkt het als ouders zeggen: “Ik ga nu koken, werken, of stofzuigen, dan ga jij vioolspelen en doen we daarna samen gezellig boodschappen.” Anderen vinden het juist fijn als je met een kop thee naast ze gaat zitten.’
Geluksmomentjes…
‘Als ik samenspeel met een leerling en we ineens echt muzikale zinnen kunnen maken – dat de leerling mij dan aankijkt en zegt: “Dat was mooi hè! Nog een keer?!” Of, aan het eind van elk jaar, als de eerstejaars met z’n allen ‘solospelen’, met het Juniorenorkest. Dan staan ze daar op een rijtje zo ontzettend hun best te doen, in mooie jurkjes en jasjes, en dan spelen ze drie complete liedjes. Na afloop allemaal hyper. Als ik dan terugdenk aan hun eerste les, toen ze niet wisten hoe de viool op hun schouder moest… Dan voel ik me bevoorrecht dat ik kinderen zo’n mooie ervaring mee kan geven.’