Feloranje karpers zwemmend tussen berkenbomen, abstracte landschappen in verrassende kleuren: het is bijzonder werk dat momenteel op onze vierde verdieping hangt. De kunstenaar, Marloes van den Berg, is al jaren cursist bij Anne Marie Spijker. We spraken met haar over haar werk en wat de lessen haar hebben gebracht.
Wanneer ben je begonnen met schilderen?
‘Ik ben altijd wel creatief bezig geweest, ik heb de opleiding Illustreren aan de Hogeschool voor de Kunsten gedaan. Schilderen was daar wel een onderdeel, maar ik heb nooit echt klassieke schildertechnieken geleerd. Dus echt schilderen doe ik pas sinds ik de lessen bij Anne Marie volg.’
Waarom besloot je les te nemen?
‘Pas toen ik jaren geleden een overstap naar een andere baan maakte, kwam er weer ruimte om te schilderen. Ik deed toen een proefles bij Anne Marie. Daar merkte ik dat ik het zo had gemist! De ontspanning die het geeft om iets voor jezelf doen, dat had ik lang niet meer gevoeld. De toenmalige groep wilde graag met olieverf gaan schilderen en dat wilde ik eigenlijk ook graag proberen. Het was dus het perfecte moment om in te stappen.’
‘Tijdens die eerste lessen, dat weet ik nog heel goed, had ik heel erg in mijn hoofd hoe iets moest worden. Dat leverde natuurlijk de nodige frustratie op. Tot het moment dat ik iets met een landschap ging doen. Anne Marie zei: “Je moet meer met die lijnen doen, met die beweging in het landschap meewerken, daar toetsen neerzetten.” Ik volgde haar advies op. Anne Marie zei destijds dat het een doorbraak was in mijn manier van werken. Toen kon ik dat niet gelijk zo voelen ,maar als ik er nu naar kijk begrijp ik wel wat ze bedoelde. Daarna ben ik echt anders gaan werken. Dat bewuste landschap heb ik nog steeds in de slaapkamer hangen.’
Hoe begin je met een nieuw werk?
‘Meestal begin ik gewoon en dan zie ik wel waar het naartoe gaat. Als ik van tevoren bedenk wat ik ga maken, pakt het meestal toch anders uit. Ik heb ook geen favoriet materiaal, dat past niet zo bij mij. Als ik me bijvoorbeeld voorneem om alleen met potlood te werken, dan doe ik vooral dat niet. Leg mij niet vast!’
‘Ik begin vaak met heel dun opzetten, heel aquarelachtig, dat doe ik zowel met olieverf als met acryl, , ik begin eigenlijk altijd voorzichtig. Maar altijd komt het moment dat je flink gaat aanzetten. Dat is spannend, dat hoort ook een beetje bij het proces, dat je denkt ‘o god, wat heb ik nou gedaan, dit vind ik helemaal niet mooi!’
Schetsboeken van Marloes
Kun je een moment beschrijven dat de inbreng van de docent je verder hielp?
‘Ik liep eens vast met een schilderij. Ik vond het niet mooi, maar wist ook niet meer hoe ik verder moest. Anne Marie nam me toen mee naar de andere kant van het lokaal. Ineens zag ik andere dingen, alleen door de afstand die ik nam. Zij ziet altijd andere dingen dan die ik zie, omdat ik er gewoon te dicht op sta.’
‘Dat soort advies vind ik heel prettig, ik ervaar haar inbreng ook meer als een soort wisselwerking. Ze reikt iets aan en het is aan mij om daar wel of niet iets mee te doen. Soms stelt ze bijvoorbeeld een bepaalde kleur voor waar ik niks mee heb. Dan denk ik ‘o nee, daar wil ik echt niks mee doen!’, maar soms werkt het echt supergoed, dat heeft zij dan al gezien. Je moet niet alleen maar je eigen ding doen, maar soms ook even in het diepe springen en een ander pad inslaan dan je zelf zou kiezen.’
‘De eerste keer dat ik het gevoel had dat ik iets te pakken had waarmee ik verder kon, was bij het schilderij met die bomen en vissen. Anne Marie had als opdracht het thema ‘Wonderful world’ gegeven. Iedereen kreeg dezelfde maat doek en was vrij om hier zelf invulling aan te geven.
Ik begon met mezelf af te vragen waar ik echt van hou. Dat werden berkenbomen, die vind ik altijd heel mooi. En wolken vind ik ook heel bijzonder. Tijdens het schetsen kwamen die vissen er ineens bij, vreemd want daar heb ik niet echt iets mee. Maar ze kwamen en zo ontstond ineens een beeld, het was een beetje een ingeving.
Die manier van dingen combineren die een beetje vreemd zijn, vind ik eigenlijk wel fijn. Dus daar ben ik op gaan voortborduren.’
‘Soms gebeurt er iets waarvan je denkt: dat had ik niet zo bedacht. Het schilderij met die flamingo met een heel zacht bloemetje…nou, dat zijn kleuren die ik eigenlijk niet graag gebruik. Ik vind hem zelf erg zoet en zacht. Voor mij werkt die lang niet zo goed. Dat vind ik ook heel grappig, dat het zo verschillend kan uitpakken.
En andere mensen vinden die flamingo dan wel heel mooi. Er zitten trouwens in dat schilderij details waar ik wel weer blij mee ben, zoals bijvoorbeeld de veren die zijn met veel kleuren en hele fijne lijntjes geschilderd.’
Ik zie in de expositie heel verschillend werk. Kun je iets vertellen over de ontwikkeling die je in je eigen werk hebt doorgemaakt?
'In de lessen volg ik niet altijd de opdracht, soms doe ik ook mijn eigen ding. En soms loop ik vast. Vorig jaar had Anne Marie een keer een boek meegenomen van een kunstenaar die abstracte landschappen schilderde in best wel gekke kleuren. Toen ben ik dat gewoon maar eens gaan proberen. Ik werkte met een grove vlakverdeling en koos bewust andere kleuren dan die ik meestal gebruik. En dat beviel heel goed, dat zijn die vierkante ingelijste landschappen die in de expositie hangen.'
Wat betekent schilderen voor jou?
‘Vooral ontspanning, het helpt me heel goed om tot rust te komen. Het kost soms wel moeite om op te starten, vooral thuis ervaar ik dat sterk. Op mijn werk zit ik vooral achter de computer, ik werk bij een servicedienst van een telecomprovider en heb te maken met grote storingen die moeten worden opgelost. Na een werkdag ben ik dan best druk in mijn hoofd, dan vind ik het moeilijk om te gaan zitten en tot rust te komen. Maar als ik dan eenmaal in mijn flow zit, dan geeft dat zo’n ontspanning, dat vind ik heel fijn.'
Wie is je favoriete kunstenaar?
‘Dan denk ik gelijk aan Francis Bacon. Ik houd van de grote doeken die hij maakt, van zijn bijzondere kleurgebruik. Zijn schilderijen roepen iets op, er zit iets gevoeligs in, maar het is ook een beetje verstorend. Zijn werk heeft vaak iets vervreemdends. Dat spreekt me heel erg aan.’
Wat is voor jou de meerwaarde van het volgen van een cursus?
‘Ik vind het vooral fijn een vast moment in de week te hebben; dat is mijn tijd, die is gereserveerd voor schilderen. Ik wil dat moment niet missen, ik ben daar heel serieus in. Vaak hou ik ook geen pauze. Je wordt niet gestoord, je bent daar gewoon voor jezelf.’
‘Een ander pluspunt zijn je medecursisten, die interpreteren een opdracht weer heel anders en werken op een andere manier. Dat is heel leerzaam. Het bespreken van elkaars werk vind ik ook echt een meerwaarde.’
Wat hoop je nog te leren?
‘Oef, dat vind ik een moeilijke vraag, want sommige dingen ontstaan gewoon. Eigenlijk hoop ik gewoon naar een steeds hoger niveau te gaan en misschien nog wat meer conceptueel te gaan werken. Aan de andere kant: hoe meer ik iets bedenk, hoe meer ik juist iets anders ga doen!
Ik hoop vooral te blijven groeien door in gesprek te gaan over mijn werk en input te krijgen van Anne Marie. Ik wil daarvoor open blijven staan.’