‘Creativiteit zit vaak verscholen in de impuls’
Achtergrond
• Derk volgde de opleiding culturele en maatschappelijk vorming en later de docentenopleiding op de Toneelschool.
• Hij werkt sinds 1 januari 2008 voor Scholen in de Kunst, als docent en regisseur. Al een aantal jaar geeft hij samen met Simone van den Berg les aan jongeren tussen de 13 en 20 jaar.
• Derk en Simone maken en spelen ook samen jeugdtheatervoorstellingen bij theatergroep Koeterwaals.
Als docent
‘De combinatie van zelf spelen en lesgeven vind ik leuk – zo blijf ik me bewust van waar ik bij coach. Maar ik vind lesgeven eigenlijk het leukste wat er is! Ik ben heel enthousiast over mijn vak en dat probeer ik over te brengen. Mijn streven is een leerling verder te brengen in zelfstandigheid en zelfbewustzijn.’
Zelfbewustzijn
‘Toneelspelen is vooral met een helicopterview naar jezelf kijken: je bijvoorbeeld tegelijkertijd bewust zijn van je tekst, van je beweging op het toneel en van je medespelers. Alles wat je doet op het toneel heeft betekenis: onbewust krabben aan je neus gaan mensen interpreteren. Om dat zelfbewustzijn te ontwikkelen geef ik opdrachten waarbij je zinnetjes in je hoofd gebruikt bij handelingen en gevoelens: je pakt een kopje en denkt: Ik pak nu dat kopje op. En in de regie prop ik ze vol met opdrachten, zodat ze precies weten wat ze doen. Zoals bij auto rijden, in het begin ben je ontregeld omdat je overal op moet letten: spiegels, schakelen. Maar als je het vaak genoeg herhaalt, kan je het uiteindelijk allemaal tegelijk.’
Echt luisteren
‘Incasseren tijdens het spel krijgt veel aandacht in de les. Iemand zegt iets tegen jou - wat doe je dan? We onderzoeken welke stappen je in het dagelijks leven onbewust neemt, voorafgaand aan een reactie. Allereerst: luisteren! 100 keer dezelfde voorstelling spelen, betekent 100 keer luisteren naar je tegenspeler. Iedere keer zegt hij het anders, dus iedere keer zou je reactie anders moeten zijn. Dus jezelf afvragen wat je ervan vindt, de tijd durven nemen, dan kom je beter bij het gevoel. Vaak bedenken leerlingen van tevoren dat ze bijvoorbeeld na die-en-die tekst gaan huilen, dat komt dan meestal niet geloofwaardig over.’
Impuls
‘Een ander deel van de les is juist het volgen van een impuls. Kijk of je je impuls kan volgen in de interactie met een ander, dan ontstaan verrassende dingen. Creativiteit zit vaak verscholen in de impuls. Soms loopt dat dood – dat is een risico. Leerlingen willen graag alles meteen goed doen. Maar ik leer ze ook het risico van de doodlopende weg te nemen, zo kom je op plekken die je niet kent en verras je jezelf en het publiek.’
De groep
‘Ik ben heel blij met de groepen. Pubers zijn sowieso leuk om mee te werken. Je moet in het theater kwetsbaarheid laten zien. Ik geloof niet in het idee ‘je kruipt in de huid van iemand anders’. Je bent het zelf, in een andere situatie. Je eigent je de rol toe door te bedenken: hoe zou ik zijn in deze positie? Dan ben je kwetsbaar. Lastig, want pubers ontwikkelen zichzelf vaak vanachter een dik stuk glas. Soms laten ze een tekststukje los. Als het bevalt, houden ze het vast en zo niet, dan nemen ze het terug. Dat dikke glas is hier niet handig. Ontroerend, als dat doorbroken wordt. Maar meestal laten ze dat glas achter als ze komen, omdat ze het idee hebben dat hier alles kan. Ultiem, als je dat kan creëren!’
Geluksmomentjes…
‘Op het gevaar af pathetisch te klinken: ik ga hier elke vrijdag fluitend naar toe, er zijn altijd zo veel geluksmomentjes. Als ik een leerling zie openbreken, zie groeien, dat ontroert me.’
‘Als ze er helemaal in opgaan, dat vind ik zo mooi…’
Achtergrond
• Niki is theatermaker, regisseur, zangeres, componist en stemactrice.
• Ze begon op jonge leeftijd met muziek- en balletlessen, leerde zichzelf piano spelen en studeerde solozang aan het Conservatorium. Ze speelde jarenlang in musicals zoals Cats, schrijft en speelt eigen theaterproducties en spreekt al 20 jaar stemmen in voor tv- en cartoonseries. Daarnaast heeft ze altijd lesgegeven.
• Sinds 2016 is Niki verbonden aan Scholen in de Kunst.
Als docent
‘Mijn veelzijdige achtergrond is de basis van hoe ik les geef. Ik heb al die jaren als theatermaker, als performer zoveel geleerd - ik voel dat ik daardoor genoeg in huis heb om door te geven aan mijn leerlingen en hen te inspireren. De vrijheid en het plezier die ik zelf ervaar bij muziek maken, spelen en dansen, wil ik graag delen. Samen dingen verzinnen, samen van niets iets maken, dat geeft zoveel energie en zelfvertrouwen!’
De les
‘Ik heb een duidelijke visie en werk in mijn lessen graag ergens naartoe. Maar ik laat altijd ruimte over om in te kunnen spelen op de dingen die leerlingen zelf aandragen. Het vertalen van gevoel naar theater, daar help ik ze bij. Ik laat zien hoe ze hun eigen fantasie als inspiratiebron kunnen gebruiken en geef ze het vertrouwen dat alles kan en mag in de les. In een veilige sfeer durven ze meer uit te proberen en zichzelf te laten zien. Misschien helpt het dat ik zelf nogal klein ben en graag gek doe. Dan moeten ze enorm lachen en komen ze vanzelf los.’
Technieken
‘Ik houd ervan de kinderen al doende dingen te laten ontdekken, ze spelenderwijs iets te leren. Vanuit het werken aan een voorstelling geef ik praktische ‘theatertips’ waar ze echt wat aan hebben en waardoor ze zich verder kunnen ontplooien. Alle facetten van het musical vak verpak ik in leuke theaterspelletjes waarbij er heel veel geïmproviseerd mag worden. Zo maken ze zich ongemerkt een heleboel theatertechnieken eigen.’
Energie
‘Als kinderen vanuit hun eigen creativiteit hun best doen, is dat altijd goed. Ik zal dan nooit zeggen dat iets verkeerd is. Misschien wel: “Laten we een experimentje doen, dan doen we het even anders”. Maar ik kan ook streng zijn als ik weet dat ze het beter kunnen: “Hier ga ik geen kaartje voor kopen!” Dan gaat het vaak om de energie die ze erin steken. Ik wil dat ze gefocust zijn, hun best doen. Ook als het even iets minder met ze gaat – juist door extra energie geven kan je helemaal vergeten waar je nou mee zat.’
Geluksmomentjes…
‘Die gezichtjes als ze er helemaal inzitten... Kinderen blijven vaak moeilijk in hun eigen rol. Ze kijken naar elkaar, voelen gêne, of lachen om elkaar. Maar als het lukt, als ze er helemaal in opgaan, dat vind ik zo mooi!’