Achtergrond
• Sabine begon als meisje van vijf haar vioollessen bij Mea Fontijn op het Rotterdams Hellendaal Vioolinstituut.
• Ze haalde haar bachelor aan het Conservatorium van Utrecht bij Chris Duindam en studeerde in 2016 af voor haar master in Bremen bij Thomas Klug.
• Ze speelt geregeld mee in verschillende orkesten waaronder het Ciconia Consort en Het Promenade Orkest.
• Sabine maakt veel kamermuziek en heeft onder meer een vast duo met celliste Elisabeth Schijns, duo Sael.
Als docent
‘Mijn eigen docenten hebben me altijd meegesleept in hun liefde voor de viool en in het plezier van muziek maken. Het voelt zo goed dat nu over te dragen. Het is een fantastisch beroep, maar ook als hobby is muziek maken geweldig! Volgens mij ben ik als docent geduldig en ook wel lief. Ik hoor graag wat leerlingen leuk vinden om te doen. Ik heb bijvoorbeeld iemand die altijd klassiek speelde, maar nu wat meer pop- en jazzachtige muziek wil spelen. Dan ga ik daar in mee. Uiteindelijk hoop ik dat leerlingen zich leren uiten in muziek, dat ze hun creativiteit en gevoelens vrijlaten. Ik leer ze daarom van begin af aan nadenken over wat ze willen, ik vraag naar hun ideeën over een muziekstukje. Is het vrolijk? Of klinkt het somber? Laat dat dan maar horen!’
De vioolles
‘Ik begin met jonge kinderen meestal zonder boek. Eerst trainen we het gehoor en een goede houding. We zingen liedjes, doen ritmespelletjes en stokoefeningen. Langzaam beginnen we met de viool erbij voor het tokkelen van de liedjes. Ik vind het belangrijk dat kinderen eerst goed leren luisteren en naspelen als ik iets voorspeel, noten leren lezen komt pas wat later. Samenspelen is een essentieel onderdeel van de lessen. Samen met Marjanne Heus geef ik de eerstejaars groepslessen, die sluiten aan bij de individuele lessen. Zo ervaren kinderen meteen het plezier in samen muziek maken. In de jaren daarna is er voor iedereen de mogelijkheid dit plezier vast te houden in de verschillende orkesten hier op school.’
Oefenen
‘Tijdens de les probeer ik leerlingen te stimuleren thuis regelmatig te oefenen om zo verder te komen. Ik hoop dat ouders jonge kinderen helpen elke dag wat doen, anders heb je niet zo veel aan de les. Daarvoor hoef je als ouder echt geen muzikant te zijn. Toen ik zelf klein was, moesten mijn ouders er ook een beetje achteraan zitten. Als docent merk je echt of kinderen thuis een beetje hulp krijgen. Soms geef ik bij het huiswerk een weekschema. Met voor kleine kinderen een taakjeslijst die ze kunnen afvinken. Dat maakt het vaak leuker.’
Geluksmomentjes…
‘Als we bijvoorbeeld heel lang werken aan een techniekoefening en ineens voelt de leerling: Aha, nu heb ik het! Of als leerlingen een stuk zo goed beheersen dat er echt ruimte ontstaat voor muzikaliteit – het plezier dat ze er dan in krijgen!’