Achtergrond

• Rudith studeerde fluit aan het Conservatorium van Amsterdam  
• Ze werkte 25 jaar als fluitdocent en leidde ensembles op de muziekschool in Dordrecht en Hoofddorp 
• Later is Rudith ook gaan lesgeven op basisscholen en kwam ze als muziek-vakleerkracht terecht in het speciaal onderwijs. Inmiddels werkt ze al 15 jaar met kinderen met een verstandelijke beperking. 

Als docent

‘Opgegroeid met een oom met het Downsyndroom, voel ik me op vertrouwd terrein in de omgang met kinderen met een verstandelijke beperking. Eenmaal in het onderwijs als muziekvakleerkracht, wist ik dat ik muziek en speciaal onderwijs wilde combineren. Werken met kinderen die extra gezien en gehoord moeten worden. Ik geef nu les op een school waar alles gericht is op die doelgroep. Muziek en andere kunstdisciplines helpen die kinderen op een mooie manier zichzelf te ontplooien. Ik zoek altijd naar de kracht, het talent van leerlingen. Hoe beter ik ze ken, hoe beter ik weet welke uitdaging er voor hen is. Er zijn kinderen met een goed maatgevoel, die het heerlijk vinden om te bewegen op een beat en in een ritme. Een ander kind vindt het leuk om te gaan staan en zingen met een microfoon in de hand.’ 

Communiceren met muziek

‘De taal van muziek is universeel. Iedereen kan muziek maken. Gezamenlijk musiceren, samen bewegen op muziek draagt bij aan sociale vaardigheden en zorgt voor een verbinding met je omgeving. Kinderen ervaren bepaalde emoties en leren zich uitdrukken. Naast muziek als middel is muziek maken ook vooral een doel. Het geeft plezier en daagt je uit iets van jezelf te laten zien. Daar is soms lef voor nodig. Uiteindelijk geeft het de kinderen veel voldoening als ze die innerlijke vrijheid ervaren. 

De les

‘Hoewel ik natuurlijk altijd inspeel op wat ter plekke gebeurt, moeten de lessen voor deze kinderen gestructureerd en voorspelbaar zijn, met een vaste opening – een startliedje, terugkerende opbouw en herkenbare afsluiting. Ik geef goed aan wat we gaan doen, spreek met korte zinnen en kijk ze aan. We herhalen veel. De vrijheid is gebaseerd op de ruimte voor het individuele kind, wat kan hij of zij doen in het geheel?
Met deze doelgroep is het belangrijk dat ik heel concreet werk. Als we zingen over een toren, dan bouwen we een toren. Kinderen met autisme bijvoorbeeld vinden het vaak lastig om “tussen de regels door” te begrijpen. Een hap nemen uit je denkbeeldige appel… “Hoezo is dat een appel?” Daar kan ik ze in uitdagen en kunnen ze bijzondere stappen zetten.’  

Geluksmomentjes…

‘Soms vinden kinderen het ontzettend spannend, maar willen ze wel heel graag. Een meisje bijvoorbeeld, dat heel betrokken is, maar nooit zingt. Als je dan ineens hoort dat ze toch heel zachtjes meedoet – dat is fantastisch.’