“Ik vind het heel belangrijk om ook een persoonlijke band met mijn leerlingen op te bouwen. Natuurlijk ga je niet eindeloos kletsen, maar door even aan het begin van de les te vragen hoe het gaat, wat er speelt op school of thuis, de viool te stemmen en de stok aan te draaien, ben je zo vijf minuten verder. Dus met een half uur les heb ik meer tijd om écht les te geven, meer ruimte om dingen uit te leggen en dieper op de stof in te gaan. Ik vind dat een grote luxe: het is fijn voor zowel de leerling als de docent — een win-win situatie.”
“Toen ik 18 of 19 jaar oud was, wist ik dat ik verder wilde in de muziek. Ik nam privéles om naar het conservatorium te kunnen, maar het bleek dat ik niet goed les had gehad. Dus ik moest weer helemaal opnieuw - bij de basis - beginnen. Toen dacht ik: “Ik wil naar het conservatorium en ik wil een hele goede docent worden, zodat kinderen niet tegen dezelfde obstakels aanlopen als ik”. Maar voordat ik me volledig op het lesgeven stortte, was ik lid van orkesten zoals het Concertgebouworkest en was ik altviolist bij het Weidlerkwartet. Maar de tournees en het constante studeren waren lastig te combineren met een gezinsleven, dus ben ik me uiteindelijk op het lesgeven gaan richten.”
“Ik hou van het contact met leerlingen, dat je iemand echt begeleidt en er een vertrouwensband mee opbouwt. Ik word er blij van als leerlingen leren hoe ze een mooi muzikaal verhaal kunnen vertellen. Het maakt me gelukkig als ik zie dat muziek maken hen blijdschap brengt en dat ze dat hun hele leven willen blijven doen — of dat nu als professionele muzikant is, in een amateurorkest, of gewoon in de woonkamer. Het muzikale in iemand naar boven halen, het moment waarop iets in hen wordt geraakt waardoor ze enthousiast muziek gaan maken, dat blijft elke keer weer iets moois. Ook na meer dan 30 jaar lesgeven.”
“Eigenlijk geef ik iedereen les alsof hun doel is om toegelaten te worden tot het conservatorium. Natuurlijk zijn er maar een paar leerlingen die dat ook echt willen. Zij moeten dan ook die toonladders perfect leren spelen. Kijk, ik wil dat al mijn leerlingen veel studeren en goed oefenen, maar als ze niet de ambitie hebben om naar het conservatorium te gaan, dan let ik er iets minder strikt op — dat moet ik eerlijk toegeven. Natuurlijk is het leuk als het lukt om een moeilijk stuk te spelen, maar zelfs als er niet veel vooruitgang in zit, blijft plezier het allerbelangrijkst. Zolang ze maar niet afhaken en hun best blijven doen, ben ik tevreden. Ik volg geen standaard leerplan, maar kijk naar wat elke leerling nodig heeft. Hoe dan ook, in mijn lessen wordt er heel veel samen muziek gemaakt, want plezier staat voorop. Mijn doel is vooral intrinsieke motivatie en ervoor zorgen dat mijn leerlingen enthousiast worden én blijven.”
• Nienke en haar echtgenoot, ook een violist, leerden elkaar kennen in het Amersfoorts Jeugd Orkest. Tijdens een festival in Parijs in de jaren '80 sloeg de vonk over.
• In de weekenden vind je fanatieke wandelaar Nienke het liefst in de natuur.
• Een van haar favoriete plekken is Noorwegen, waar ze lange wandelingen maakt in de bergen, zelfs met sneeuwschoenen, en het Noorderlicht heeft gezien.