Achtergrond
• Liesbeth studeerde Muziekwetenschappen in Utrecht; had een eigen muziekuitgeverij, en besloot pas daarna professioneel verder te gaan met de trompet. Ze behaalde haar diploma docerend musicus in 2004 en studeerde HaFa-directie aan het Artez conservatorium Arnhem.
• Liesbeth geeft sinds 2004 trompetles bij Scholen in de Kunst.
• Ze dirigeert daarnaast onder meer het Kei Stedelijk Opleidingsorkest.
Als docent
‘De leerling en ik hebben allebei iets met de trompet, die gemeenschappelijkheid is mijn uitgangspunt. Vervolgens zie ik mijzelf als iemand die het leren beheersen van het instrument begeleidt, coacht. Daar is geen specifieke manier voor. De weg hangt af van de leerling, wat zoekt een leerling? Wat vindt hij? En wat brengt hij zelf in? Ik richt me op de zelfstandigheid van leerlingen, ongeacht of ze ‘goed’ zijn in trompetspelen of niet - ik wil dat ze het gevoel krijgen iets te beheersen en dat ze daarvan kunnen genieten. Het verschil tussen de leerlingen maakt lesgeven juist zo boeiend.’
Ruimte geven
‘Meestal begin ik bij kinderen met lekker uit het hoofd spelen. Maar als ze meteen nieuwsgierig zijn naar de nootjes, beginnen we daarmee. Vervolgens wil ik leerlingen vooral de ruimte geven dingen te doen die niet per se in ‘het boekje’ staan. Uiteraard is het bijbrengen van de basistechniek van het trompet spelen het essentiële onderdeel van het speel-leerproces. Maar het is zo mooi als iemand komt met iets wat ik niet verwacht, of zegt: “Kijk eens wat ik kan op de trompet!” Dan weet ik: daar ga ik op aansluiten! Vervolgens zijn er zoveel methodes waar we mee kunnen werken, ik kijk altijd wat past. Dat houdt kinderen gemotiveerd en enthousiast.’
Oefenen
‘Ik geef aan wat leerlingen thuis kunnen oefenen, maar als ze terugkomen met wat anders - ook prima. Ik hoop dat ze doen wat mogelijk is, en vooral dat ze spelen vanuit eigen enthousiasme. Lukt dat niet, dan kan ik ze vaak helpen – samen met ouders kan ik de trukendoos opentrekken. Bijvoorbeeld een roostertje maken, dat vinden vooral pubers fijn. Maar ook bij hen werkt eigen verantwoordelijkheid het beste, zelf de kick ervaren van mooi spelen. Ik spreek wel eens af dat we even helemaal niks thuis oefenen, alleen maar op les. Dan zegt de puber al snel: “Ik wil toch wel íets doen!” Als jongeren bang zijn trompetspelen niet te kunnen combineren met bijvoorbeeld de brugklas, stel ik ze gerust en werken we lekker op de les en dan komt het oefenen ook weer. Voor leerlingen uit de HaFa-wereld die zelf graag een examen willen doen, of leerlingen die naar concoursen gaan maak ik afspraken over wat er van ze gevraagd wordt.’
Samenspelen
‘Ik kom zelf uit de uit de wereld van de harmonie en fanfare, en in mijn studententijd speelde ik in symfonieorkesten. Met die achtergrond stimuleer ik het samenspelen graag, vaak is het sociale aspect heel motiverend. Bij de leerlingen die van de harmonie en fanfare komen, gaat dat vanzelf. Er zijn ook kinderen die liever alleen, puur met hun instrument bezig willen zijn. Het kan hen helpen in het dagelijks leven: leren doorzetten, of als afleiding, of gewoon omdat ze het fijn vinden om te doen.’
Geluksmomentjes…
‘Er zijn zoveel dingen waar ik blij van word! Het enthousiasme van de kinderen; als leerlingen vrolijk de deur uitgaan; als ze met iets onverwachts komen. Of als ik zie dat leerlingen een beetje verliefd worden op de trompet.’