Na negen jaar vertrekt Scholen in de Kunst-directeur Niels Veenhuijzen naar een nieuwe functie in Den Haag. “Kunst draagt enorm bij aan de vitaliteit en levenskwaliteit van een stad. Het heeft ook mijn eigen leven enorm verrijkt”. In dit afscheidsinterview kijkt hij terug op uitdagingen, successen en verbinden.
Wat dacht je toen je negen jaar geleden bij Scholen in de Kunst begon?
‘Ik vond het heel mooi om een rol te gaan spelen in een organisatie die zo belangrijk is geweest voor mijn eigen ontwikkeling. Ik heb een persoonlijke band met Amersfoort: het is de stad waar ik ben geboren en opgegroeid. Ik heb hier muziek leren maken en cello gespeeld in het Amersfoorts Jeugd Orkest, dus er zit veel nostalgie in mijn band met Scholen in de Kunst. Toen ik terugkeerde naar Amersfoort was het een feest van herkenning en het maakt mijn afscheid nu ook persoonlijker.’
Hoe zou je jouw tijd bij Scholen in de Kunst omschrijven als het een kunstwerk was?
‘Het doet me denken aan een mix van een Turner-landschap en een beeldhouwwerk van Rodin. Turner vanwege de schoonheid en gelaagdheid; Rodin vanwege de kracht en menselijkheid. Ik hoop dat de organisatie die combinatie weet te brengen: schoonheid, diepgang en impact.’
Heb je in de afgelopen negen jaar wel eens gedacht: nu maken we echt verschil?
‘Dat gevoel had ik vooral toen we de omslag maakten naar vraaggerichter werken. We gingen veel beter luisteren naar wat inwoners, scholen en partners nodig hadden. Dat resulteerde bijvoorbeeld in het opzetten van NEOS cultuuronderwijs, het expertisecentrum dat de verbinding legt tussen onderwijs en culturele instellingen. Ook in de amateurkunst en vrije tijd hebben we onze rol als verbinder versterkt. Door te investeren in samenwerking merk je dat het hele culturele ecosysteem sterker wordt. Op die momenten dacht ik: ja, zo dragen we echt iets bij.’
‘Het meest trots ben ik op de verbinding die we hebben gelegd, intern én in de stad. We zijn een organisatie met enorm veel kwaliteit, maar die komt pas tot zijn recht als je goed samenwerkt, vertrouwen geeft en gul bent in het delen van expertise. Ik heb altijd geprobeerd partners te betrekken bij onze missie, niet als concurrenten, maar als medebouwers van een levendig cultureel veld. Dat is gelukt. De relaties in Amersfoort zijn sterk en Scholen in de Kunst staat stevig in het culturele netwerk.’
Wat was je grootste uitdaging?
‘De culturele sector zit altijd vol ambities en dat is prachtig. Maar we hebben ook te maken met grenzen: qua mensen, middelen en tijd. Eén van de moeilijkste dingen vond ik daarom het maken van keuzes. Er liggen altijd mooie ideeën en plannen, maar je kunt niet alles uitvoeren. Soms moet je tegen bevlogen collega’s zeggen: dit willen we heel graag, maar het past nu niet. Dat blijft lastig.
Daarnaast was het een uitdaging om de organisatie na een periode van bezuinigingen weer stevig neer te zetten. Toen ik begon, zat er pijn van eerdere financiële besluiten. Het was mijn taak om rust en samenhang terug te brengen en Scholen in de Kunst opnieuw te positioneren in de stad.’
Hoe hoop je dat Scholen in de Kunst verder gaat?
‘Scholen in de Kunst is een plek waar mensen zich ontplooien, waar jonge makers groeien en waar docenten en ondersteuners met trots, bevlogenheid en passie werken. Ik hoop dat de deelname aan kunst en cultuur blijft groeien: in het onderwijs, in de vrije tijd én in de wijken. En dat de groei van Amersfoort gepaard gaat met minstens zo’n sterke groei van kunst en cultuur.
Kunst draagt enorm bij aan de vitaliteit en levenskwaliteit van een stad. Het heeft ook mijn eigen leven enorm verrijkt. Ik weet wat het betekent als je toegang hebt tot kunst. Daarom vraag ik of mensen voor mijn afscheid willen doneren aan het Hanneke Delis Fonds om mensen te helpen met lesgeld. Ik wil op mijn beurt het fonds in de schijnwerpers zetten, in de hoop dat we zo nog meer mensen kansen kunnen bieden die ze anders niet zouden krijgen.’
Wat geef je mee aan je opvolger?
‘Blijf de rol van verbinder vasthouden. Scholen in de Kunst is een instelling met meerdere gezichten: we bieden zelf lessen en cursussen, maar we zijn ook een regisseur in de stad. Die combinatie maakt ons uniek, maar vraagt ook dat je altijd in verbinding staat met partners, scholen, verenigingen en bewoners. En: koester de mensen van Scholen in de Kunst. Het zijn professionals met hart voor hun vak. Ons werk is succesvol als mensen zeggen: “Ik kan makkelijk meedoen. Kunst is van én voor iedereen.”’