Speel je een instrument en zou je graag met anderen willen spelen? Doe dan op deze pagina inspiratie op. Bekijk bijvoorbeeld de filmpjes hieronder van een aantal van onze concerten en ontdek het plezier van samen muziek maken!
Scholen in de Kunst heeft drie grote orkesten en een flink aantal (kleinere) ensembles. In de ensembles delen we leerlingen in op leeftijd en instrument. Zo is er een ensemble voor o.a. klarinettisten, harpisten, saxofonisten en accordeonisten.
Er zijn ook ensembles waar een bepaald genre centraal staat. Zo speelt de Flexband met name pop-, musical- en filmmuziek en het jazzensemble voornamelijk jazz.
Naast het muzikale aspect, is het sociale aspect net zo belangrijk. Je leert nieuwe muziekvrienden en -vriendinnen kennen en je ziet hoe anderen spelen. Er wordt wekelijks of om de week gerepeteerd. Dat gebeurt op de verschillende locaties van Scholen in de Kunst. Er zijn minimaal twee uitvoeringen per jaar.
Deelname aan een ensemble is gratis als je bij ons ook muziekles hebt en is enorm gezellig! Ook leerlingen van andere muziekscholen zijn van harte welkom om mee te spelen in onze ensembles en -orkesten, alleen betaal je dan voor je deelname.
Twijfel je welk ensemble het beste bij jou past? Kom dan eens kijken, doe een gratis proefles of neem contact op met de klantenservice. Wij helpen je graag verder!
‘Opgefleurd weer naar huis’
• Petra volgde haar opleiding voor accordeon aan het Hilversums Conservatorium. Daarnaast studeerde ze piano en ensemble-leiding. Ze was dirigent van accordeonvereniging Animato Soest. Naast het lesgeven op accordeon geeft Petra ook al even lang pianoles.
• Sinds 1990 geeft Petra les op Scholen in de Kunst aan leerlingen van alle leeftijden en niveaus.
• Ze is lid van het bestuur van de Nederlandse Accordeonvereniging (NOVAM) en werkt actief aan de ontwikkeling van het instrument.
‘Als kind al was ik een groot deel van de week te vinden op de muziekschool, ik vond het daar heerlijk. Muziekdocent worden, was een logische keuze. Op het conservatorium ging er een andere wereld voor me open. Ik ontdekte dat er veel nieuwe muziek voor het instrument was. Vroeger speelde je als accordeonist vooral volksmuziek, maar vanaf de jaren ’60 werd het een volwaardig concertinstrument. Door technische ontwikkelingen had je ineens een breder repertoire tot je beschikking, van Scarlatti en Bach tot hedendaagse muziek.’
‘Het overbrengen van mijn plezier in het bespelen van een muziekinstrument is mijn grootste drijfveer. Ik leer natuurlijk allereerst de vaardigheden aan, maar ik wil ook laten zien hoe breed de mogelijkheden zijn met het accordeon, welke stijlen je allemaal kan spelen. De keuze voor accordeon is vaak een zeer bewuste keuze, waardoor de meeste leerlingen jarenlang op les blijven.’
‘In het begin heeft iedereen hetzelfde lesboek, daarna kan je alle afslagen nemen. Ik bied een zo breed mogelijk repertoire aan en ik borduur voort op wat leerlingen leuk vinden. Vaak komen ze zelf met muziek: popliedjes, liedjes uit de musical van school. Die pas ik dan graag aan voor accordeon. We spelen in elke les samen, ook de nieuwe stukken. Dan gaat de leerling met een klankbeeld naar huis.’
‘Het helpt enorm als ouders het belang inzien van thuis studeren, maar dat is lastig in deze tijd. Bij kinderen die wel studeren, zie je de meeste progressie. Ze merken ook dat het resultaat van oefenen, over drempels gaan, steeds een soort cadeautje is. Mijn taak is om tijdens de les kinderen zo enthousiast te krijgen dat ze graag thuis aan de gang gaan. Vooral samenspelen is heel motiverend, ook buiten de les. Veel leerlingen zijn aangesloten bij een accordeonvereniging.’
‘Soms komen de kinderen moe uit school, sjok, sjok – zitten, muziek uit het tasje. Maar, zijn we bezig, dan fleuren ze helemaal op. Ze gaan actiever de les weer uit. Dan heb ik ze in ieder geval iets meegegeven!’
‘Het gevoel overbrengen dat ik zelf heb als ik speel’
Achtergrond
● Annemieke studeerde harp bij Erika Waardenburg aan de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht. Ze vervolgde haar harpstudie bij Fabrice Pierre aan het CNSMD in Lyon in Frankrijk.
● Ze geeft sinds 2004 harples bij Scholen in de Kunst.
● Annemieke combineert lesgeven met een actieve uitvoeringspraktijk. Ze remplaceert in de beroepsorkesten, geeft soloconcerten en speelt kamermuziek met verschillende ensembles. Ze werkt als harpiste ook graag samen binnen andere disciplines zoals dans en theater.
Als docent
‘Enthousiast, gedreven, gepassioneerd, volgens mij zijn dat de woorden die bij mij passen. Ik houd van mijn vak, ik houd van de muziek en van het instrument. En ik vind het mooi mensen te zien leren: iemand komt blanco binnen en heeft zich na een half jaar al zoveel eigen gemaakt. Dat zelfvertrouwen, de overwinning – echt iets kunnen op de harp. Als docent ben ik gedegen en gestructureerd, en vind ik het tegelijkertijd belangrijk een sfeer te creëren waarin ruimte is om te ontdekken. Behalve kinderen heb ik ook volwassenen op les die ineens tijd en middelen hebben om een oude droom in vervulling te laten gaan.’
Stapjes
‘Ik wil mijn leerlingen de liefde voor muziek meegeven. Ik wil dat ze het gevoel leren kennen dat ik zelf heb als ik speel en als ik samen met anderen muziek maak. Hetzelfde ritme voelen, met elkaar iets maken: een crescendo, of juist mooi zacht spelen. Dat bereiken is al heel wat: al die stapjes die je zet, de noten, het ritme, de vingerzetting - op welk niveau je ook speelt, dat moet eerst. Als leerlingen het plezier eenmaal ervaren, zien ze ook dat dingen leuker en beter worden als je ervoor werkt, dat je dan echt iets bereikt.’
De les
‘Ik gebruik verschillende methodes en heb ook een eigen leergang ontwikkeld. Bij kinderen begin ik altijd auditief. We zingen iets en kijken of we dat kunnen spelen. Het muzikale voorstellingsvermogen ontwikkelen we al doende en koppelen we aan speeltechniek en het notenschrift. Omdat de lessen individueel zijn, kiezen we repertoire op basis van persoonlijke voorkeuren. Mijn les heeft een duidelijke structuur. We beginnen met techniek, we doen iets nieuws en we herhalen het oude. Tijdens de les speel ik ook altijd samen met de leerling, met het oog op het plezier dat dat geeft en om de cadans van een stuk over te brengen. Elk jaar organiseren we met de harpdocenten een groot samenspeelproject. Een harporkest van 25 harpen, van alle leeftijden en alle niveaus. Ontzettend leuk!’
Oefenen
‘Ik verwacht inzet van leerlingen. Ik geef ze mee dat een instrument leren beheersen meer is dan doen wat een docent je uitlegt. Je moet trainen, herhalen. Elke dag. Hoe jonger de kinderen, hoe belangrijker de rol van ouders hierbij is. Het eerste jaar naast het kind zitten en af en toe aanmoedigen: “Goh zou je dat nog eens willen spelen?” Elke dag een moment vinden om te spelen en te herhalen.’
Geluksmomentjes…
‘Die zitten in van alles. De kwartjes die ik zie vallen bij een leerling: “Oh, gaat het zó! Die twee noten zijn sámen!” De kleine inzichten. De progressie die een leerling maakt. De magie van een mooi ritenuto. Dat we samen echt muziek kunnen maken.’
‘Bij iedereen klinkt de saxofoon weer anders’
“Ik hou ervan om kinderen en volwassenen het plezier van muziek maken bij te brengen. Dat doe ik door een vertrouwde sfeer te creëren, zodat zelfs de meest verlegen cursisten dit instrument ontdekken. Het gaat echt om hun nieuwsgierigheid verder aan te wakkeren. Het mooie van de saxofoon is dat die zoveel verschillende tonen laat horen en dat het bij iedereen toch weer een beetje anders klinkt – en natuurlijk dat die goudkleurig is!”
“Zelf was ik best verlegen en onzeker als kind, ik merkte toen al snel dat ik niet gedijde bij heel strenge docenten. Zo’n stevige aanpak past ook niet bij mij. Juist met kleine stapjes en positieve feedback bereik je meer. Voor mij is het altijd superfijn om te merken dat iemand ineens een stukje kan meespelen van een liedje. Dat stimuleert en motiveert.”
“Ik hou van heel veel verschillende stijlen, van avant-garde tot traditionele jazz. Verder speel ik graag experimentele muziek: dan onderzoek ik alle geluiden die de saxofoon kan maken. Dat levert bijzondere tonen op. Wanneer ik muziek componeer rek ik alle stijlen een beetje op. Al leer ik dat soort vreemde muziekstukken natuurlijk niet aan mijn leerlingen; ik vraag juist wat ze zelf graag willen spelen en zoek daar dan muziekstukken bij.”
“Nee, absoluut niet zelfs. Ik merk dat je bij het aanleren juist bepaalde kaders, zoals muziekboeken, nodig hebt. Goede technieken zijn ook van belang. En ik besteed veel aandacht aan hoe cursisten een plan kunnen maken om thuis te oefenen: hoe ze er tijd voor vrij maken en hoe ze met veel variatie en kleine stukjes spelen mooie vorderingen kunnen maken. Als ze dan terugkomen in de les en ineens beter spelen, maakt me dat heel blij.”
“Het fijne van de muzieklessen bij Scholen in de Kunst is de mogelijkheid tot veel samenspel. Dat faciliteren niet veel muziekscholen. Ik weet zelf hoe belangrijk het is om naast lessen op te treden in een band of een orkest. Daar leer je veel van en het geeft uiteraard veel plezier, ook samen met andere leeftijdsgenoten.”
Wietse schrijft graag korte verhalen en gedichten. Hij probeert elke dag iets te schrijven en maakt daar dan een kleine tekening bij.
Wietse Voermans geeft saxofoonles aan kinderen en volwassenen en speelt daarnaast zelf in verschillende ensembles. Hij is tevens componist en improvisator en staat bekend om zijn unieke (jazz)sound en (improvisatie)stijl. Hij componeert muziek voor film, kunst, theater en andere ensembles. Wietse studeerde saxofoon aan Codarts in Rotterdam en daarna aan het Ritmische Muziekconservatorium in Kopenhagen. In 2016 won hij de prijs voor Beste Solist bij de finale van de Erasmus Jazzprijs met Quartzite 4tet.
'Ineens de klank van een ‘echte’ saxofonist'
Achtergrond
• Daphne begon haar opleiding saxofoon aan het conservatorium van Hilversum en studeerde Cum Laude af in Amsterdam.
• Als uitvoerend musicus speelde ze onder meer in het Amsterdam Saxophone Quartet, met musici als Jaap van Zweden, Han Bennink en Daniël Wayenberg.
• Sinds 1999 geeft Daphne les op Scholen in de Kunst.
• Ze leidt de Saxoholics, het ensemble van Scholen in de Kunst voor gevorderde saxofoonleerlingen.
• Daphne speelt in The Sprockets, een filmbegeleidingsorkest.
Als docent
‘Ik ben heel geduldig denk ik. En ik vind het leuk om mijn leerlingen op elk niveau uit te dagen, over een streep te trekken. Ik laat ze graag iets proberen waarvan ze zelf denken: dat gaat nooit lukken. Iets buiten hun comfortzone: ietsje moeilijker, uit het hoofd, of improviseren. En ik laat ze kennis maken met verschillende muziekstijlen.’
De les
‘Mijn manier van lesgeven is afhankelijk van de leeftijd, de capaciteit en van het karakter van de leerling. Ik volg geen standaardmethode. In het begin werken we aan klank, niet meteen met noten lezen. Daarna spelen we eenvoudige stukjes, vaak uit een boek met een audiotrack waarin allerlei stijlen aan bod komen. Pubers stimuleer ik vooral om zelf dingen in te brengen. Ik wil dat ze plezier hebben tijdens de les, zodat ze zich daarna telkens weer voornemen te gaan oefenen – of dat er dan van komt of niet...’
Klank
‘Ik vind het belangrijk dat leerlingen leren luisteren naar hun klank. Wat gebeurt er met je toon? Als je bijvoorbeeld op saxofoon jazz of pop speelt, horen daar bepaalde klankeffecten bij. Ik speel voor en geef tips, maar ze zullen zelf op zoek moeten. Het is zoals een taal leren: wat doe je met je mond om een bepaalde klank te krijgen? Geweldig als leerlingen na een tijdje merken dat ze het niveau van een muziekschool leerling ontstijgen. Ineens horen ze iets wat ze alleen kennen van “echte” saxofonisten, professionals. Dat geeft zelfvertrouwen!’
Samenspel
‘Aan pubers vraag ik regelmatig: “Zit je al in een bandje? Heb je geen klasgenoten met een bandje?” Ik vind het belangrijk dat mijn leerlingen samenspelen. Beginners kunnen zich aansluiten bij een van de vele muziekverenigingen in Amersfoort. En als ze eraan toe zijn, stuur ik ze naar de Flexband: een band van Scholen in de Kunst met allerlei blazers. Tijdens de lessen zelf laat ik ze ook in kwartetten spelen, daar is veel prachtig repertoire voor.’
Geluksmomentjes…
‘Als het lukt om leerlingen verder te brengen dan ze zelf verwachten. De zelfvertrouwen-boost die ze dan krijgen, vind ik prachtig om te zien!’
'Speelplezier staat altijd op nummer één'
“Ik denk dat leerlingen me vooral erg geduldig vinden. Best een handige eigenschap bij het aanleren van een muziekinstrument. Verder vind ik het belangrijk dat cursisten plezier hebben in hun spel. Ik voeg eventueel commentaar daarom samen met opmerkingen over spelplezier. Ik benoem altijd de positieve kanten van het spel of verwerk muzikale spelletjes in de les met jongere leerlingen, zodat het plezier op nummer één staat. Ook vind ik het belangrijk dat iedereen zich prettig voelt en alles durft te zeggen. Ik probeer echt een open sfeer te creëren.”
“Muziek maken gaat altijd samen met emotie en gevoel. Dat kun je niet los van elkaar zien. Musiceren is echt een gevoelskwestie, waardoor je je als muzikant kunt uiten, en dat geldt evengoed voor de mens die naar jouw spel luistert. Tja, zonder muziek zou ik me voor een deel niet kunnen uiten. Er is zo’n gezegde: ‘Where words fail, music speaks’, daar kan ik me volledig in vinden.”
“Vanaf het begin van mijn muzikale leerschool en carrière speel ik al in diverse muziekensembles, variërend van de harmonie tot aan kamerorkesten. In mijn werkweek wil ik zo divers mogelijk spelen: in mijn duo met een harpiste speel ik vooral klassiek en in harmonieorkesten juist meer lichtklassiek en speciaal daarvoor geschreven muziek. Ik doe dat om mezelf zoveel mogelijk uit te dagen. En die diversiteit aan ervaring en muziekstijlen bied ik cursisten ook aan.”
“Het mooie van muziekles bij Scholen in de Kunst is dat je gratis mee kunt doen aan orkesten en ensembles. Ik begeleid het klarinetensemble waar je leert samenspelen. Dat zorgt voor verbinding, in de muziek, maar ook van mens tot mens. Dat is vrijwillig en brengt veel extra spelplezier.”
“Tijdens de lessen vind ik het erg belangrijk dat alle facetten van muziek leren spelen aan bod komen, zoals techniek, adem, embouchure en klanken. Want als je de basis niet goed beheerst, moet je dat later allemaal inhalen. Daarom zorg ik voor die stevige, brede basis. Zelf vind ik het fijn als het zogeheten ‘kwartje valt’ bij een leerling. Als iemand ergens tegenaan loopt en weer verder kan na een tip, dan kan ik daar erg van genieten. Daar doe ik het voor.”
Jooske van Andel studeerde klarinet aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en behaalde twee Masters of Music bij het Fontys Conservatorium in Tilburg bij docent Eddy Vanoosthuyse. Ze won als klarinettist prijzen bij o.a. het Nederlands Klarinet Concours en Prinses Christina Concours. Ze vormt met harpiste Michelle Sweegers het duo Sweegers & Van Andel, waarmee ze onlangs een cd maakte. Ze remplaceert regelmatig bij de Marinierskapel der Koninklijke Marine en speelt solo in diverse harmonie- en kamerorkesten. Jooske is actief als muziek- en klarinetdocent bij muziekscholen en op basisscholen en is dirigent bij enkele jeugdorkesten.
Het Nieuw Amsterdams Klarinet Kwartet
Zeker! Luister maar naar The Whoop Group
door harpensemble Arpabaleno
Als je op muziekles zit bij Scholen in de Kunst is er altijd plek in een orkest, ongeacht je niveau of het aantal lesjaren. Dus ook voor beginnende leerlingen is er plaats. Sterker nog, we stimuleren onze leerlingen om direct aan een orkest deel te nemen. Daarom is deelname gratis.
In een klein (kamer)orkest bestaat de basisbezetting uit: 2 hobo’s, 1 fagot, 2 hoorns, 4 eerste violen, 4 tweede violen, 2 altviolen, 2 cello’s en een contrabas. In totaal 18 musici. Een groter kamerorkest heeft ook plaats voor fluiten, klarinetten, trompetten, pauken en meer strijkers. In totaal zo’n 34 personen. Een symfonieorkest varieert van 60 tot 126 musici. Het verschil met een kamerorkest is dat van bovengenoemde instrumenten er meer aanwezig zijn en deze worden aangevuld met saxofoons, trombones, tuba’s, slagwerk en harpen.