Een prachtige cursus voor dansers met enige danservaring. Alle aspecten van klassiek ballet komen hier aan bod. Je werkt aan lichaamshouding, lenigheid en conditie binnen de klassieke ballettechniek.
In alle cursusgroepen vormt de klassieke ballettechniek het uitgangspunt. Je werkt aan een goede lichaamshouding, lenigheid en conditie en je ontwikkelt zelfvertrouwen, fantasie, expressie en muzikaliteit. Er wordt altijd rekening gehouden met je individuele, fysieke mogelijkheden. Het plezier in dansen staat centraal. De lessen zijn systematisch opgebouwd, met oefeningen aan de barre, oefeningen 'au milieu' (in het midden van de ruimte) en met combinaties 'over de diagonaal'.
Let op: sommige cursussen zijn vol. Je kunt je wel inschrijven voor de wachtlijst.
Dinsdag Avond
Donderdag Avond
Volwassen vanaf € 416,00 (35 lessen)
‘Wat een geluk dat ik zo’n mooi vak heb!’
Achtergrond
• Vanaf haar 12e jaar volgde Pascale de la Fuente de vooropleiding dans aan de Nel Roos Academie in Amsterdam, de huidige Nationale Balletacademie. Daarna volgde ze meer modern georiënteerde lessen aan de Rotterdamse Dansacademie (Codarts Rotterdam). In Amsterdam, aan de Scapino Dansacademie, ook inmiddels onderdeel van de huidige Nationale Balletacademie, rondde ze haar klassieke balletopleiding af.
• Tot haar 33e jaar werkte Pascale de la Fuente als danseres, daarna als dansdocent. Ze volgde het docentenseminar voor professionele dansers, op basis van de Vaganova stijl (Pedagogic methodical programme van Kalina Bogoeva).
• Sinds 1999 geeft ze les bij Scholen in de Kunst: kinderdans, klassiek ballet voor kinderen, jongeren en volwassenen en moderne dans. Ook is ze betrokken bij het opstellen van het jaarprogramma voor de School voor Talent Dans.
Familietraditie
‘Ik kom uit een echte dansfamilie, mijn moeder Joyce Miranda, haar drie zussen en mijn eigen zus zijn ook danser, dansdocent en choreograaf geweest. De balletschool van mijn moeder, Die Danserije in Amersfoort is destijds samengegaan met de Amersfoortse muziekschool RMA. Ik heb haar passie voor de dans en haar kennis overgenomen. En er zijn ook nog steeds cursisten in mijn les die hun eerste dansles begonnen bij mijn moeder.
Van danser naar docent
‘In de loop van de jaren heb ik me ontwikkeld van een danser die lesgeeft, tot een dansdocent met een gevarieerde dansachtergrond en podiumervaring. Mijn lessen hebben een traditionele klassieke basis omdat ik daar zelf zo goed en degelijk in geschoold ben. Vaak vinden mensen mij streng vanwege mijn precisie in de techniek, maar dat is omdat ik door de jarenlange ervaring inmiddels weet wat werkt. Een goede placering, het bewustzijn van de juiste houding, is de basis. Dat bewaak ik in al mijn lessen, voor elke individuele leerling. Mijn klassieke lessen hebben wel een moderne vleug, omdat ik als moderne danser heb gewerkt. Dat komt tot uiting in het dansante, ik combineer de losse danspassen aan elkaar vast, zodat het al snel een dansante variatie wordt.
De dansles
‘Bij de kleine kinderen geef ik ook de placerings oefeningetjes, maar in die lessen is er ook veel ruimte voor vrije expressie. Voor kinderen vanaf 10 jaar krijgt de balletles de traditionele klassieke opbouw: we beginnen met de oefeningen aan de barre, dan de draaicombinaties en petit allegro au milieu en tot slot de grand pas au diagonal. Ik gebruik altijd pianomuziek en over het jaar verdeeld hebben we zachte lyrische en meer dynamische variaties in de les. Vanaf 12 jaar tot en met de volwassenen krijgen de leerlingen voor een langere periode een vaste les, totdat ze die hele les fijn kunnen dansen doordat ze de danscombinaties onder controle hebben. Het tempo ligt hoog, ik wil veel doen, daarom blijft het gevarieerd. De sfeer in mijn lessen is goed, ik zoek altijd naar de gulden middenweg tussen ontspanning en tegelijkertijd steeds een stapje verder komen.’
Geluksmomentjes…
‘Ik geniet van persoonlijk overwinningen van cursisten. Ik ben me bij iedereen bewust van de persoonlijke aandachtspunten. Ik benadruk graag de dingen die goed gaan, dus soms snapt de groep niet waarom ik al complimenten geef voor armbewegingen, terwijl het benenwerk nog zichtbaar meer oefening nodig heeft. Persoonlijke aandacht vind ik belangrijk. Vaak denk ik: wat een geluk dat ik zo’n mooi vak heb!’