Met de tentoonstelling Finale 0.0 neemt beeldend docent Erwin van Zijl afscheid van Scholen in de Kunst. De plek waar hij honderden kinderen, jongeren en volwassenen leerde tekenen en schilderen. Zijn afscheid is ook een nieuw begin: nu heeft hij alle ruimte voor zijn kunstenaarschap.
De afgelopen weken sjouwde Erwin al tientallen dozen zijn Amersfoortse atelier uit. Hij is flink aan het opruimen, toch staan de kasten nog tot de nok gevuld met dossiermappen en transparante dozen. Alles keurig geordend. Hij wandelt heen en weer deze ochtend, vlak voor de opening van zijn finale tentoonstelling. Nog drukdoende met de laatste voorbereidingen.
Helemaal achterin hangen drie immense doeken van wel drie meter breed met daarop zwiepende lijnen geschilderd. De kenmerkende stijl van Erwin, die zeker op de tentoonstelling te zien zal zijn. “Dat onderste doek, daar zitten wel 5000 werkuren in. Soms is het eindeloos aanpassen en kijken naar de kleurstelling, lichtwerking en compositie. Een tijdsintensieve manier van kunst is het inderdaad, maar ik houd van dat soort krachtige en abstracte vormen die voortkomen uit mijn verbeelding.”
Houvast voor de cursisten
Vervolgens loopt hij naar een kast met wel honderd mappen, allemaal lesmateriaal van afgelopen jaren. “Kijk, deze kunstafbeeldingen heb ik verzameld voor de les over tekenen in zwartwit en met een donkere achtergrond. Elke map bevat ander materiaal; puur ter inspiratie en om de cursisten houvast te bieden. De één wil graag wat voorbeelden zien, terwijl een ander alles uit zijn eigen fantasie haalt.”
Het is helder dat Erwin zich grondig voorbereidde. Lachend: “Jazeker, daar is behoorlijk wat tijd in gaat zitten. Maar dat gaf ook rust. Je kunt beter te veel dan te weinig voor handen hebben. Meestal stelde ik een thema voor en als ze het dan leuk vonden, gingen we ermee aan de slag. Niets dwingends hoor. ‘Alles mag, niets hoeft’ was altijd mijn motto.”
Hoe kwam hij eigenlijk in dit vak terecht, vraagt de interviewer zich af. Als jongeman, die van huis uit gestimuleerd werd om te tekenen, dacht hij aanvankelijk aan een studie psychologie of de lerarenopleiding. Tot er in Amersfoort de opleiding tot beeldend docent werd gestart en hij meteen werd aangenomen. Erwin heeft daar geen moment spijt van. Al betekende die periode: meer afleiding dan opleiding. “Er was veel ruimte om van alles uit te proberen. Ik genoot van de lessen kunst- en cultuurgeschiedenis, waar ik later van profiteerde in mijn eigen lessen. Ook didactiek hielp me.”
Echt voor de klas staan lag hem minder: te massaal, te veel rompslomp. Ook omdat hij aanvankelijk de ambitie had om louter van zijn kunstenaarsbestaan te leven. Maar dat bleek toch lastig. Vanuit een lekkend anti-kraakatelier in Veenendaal bleek die droom verre van ideaal. Het was een eenzame tijd en om wat extra’s te verdienen nam hij allerhande baantjes aan. “Dat was een flinke struggle. Daarom was ik ongelooflijk blij dat ik via via met Scholen in de Kunst in contact kwam. De lessen met kleinere groepen lagen mij beter dan voor de klas staan. En het zorgde voor een stabieler inkomen. Ook zeer prettig.”
Zijn bekende aquarellen
Al pratend bekijken we de rest van zijn atelier in een pand waar meer kunstenaars onderdak vinden, zoals collega’s Theo van Delft en Marijke Schurink. Erwin voelt zich echt gezegend met deze plek, waar tegen de muur rijen kunstwerken staan. Zoals zijn bekende aquarellen van koeien en vele schetsen van merendeel vrouwen. Helemaal in de hoek is één mannelijk model te zien. “Vrouwen hebben meer interessante vormen, vind ik. Vaak weet ik nog precies wie het was, zoals bij deze schets: die vrouw stond altijd op een bepaalde manier.”
Op een tafel staan twee grote zaagmachines, want Erwin maakt zelf zijn lijsten. Een behoorlijk intens proces. “Lijsten, zeker deze met gekanteld frame, kosten vaak zo’n 300 euro per stuk. Op een dag bedacht ik dat ik ze beter zelf kon maken. Dat bleek geen sinecure, maanden was ik ermee bezig, maar gelukkig kreeg ik een tip van een decorbouwer en inmiddels weet ik goed hoe ze te maken. Arbeidsintensief werk, maar wel heel mooi als het lukt.”
Hoewel hij in al dertig jaar in Amsterdam woont, is Erwin vaak in dit atelier te vinden. Onder het bureau gaat zelfs een bedbank schuil om tussendoor of als het laat wordt even een dutje op te doen. “Het fijne van deze plek is ook dat het zo dicht bij het Eemhuis is. Vaak werkte ik ’s ochtends aan mijn kunst en bereidde dan de lessen voor die ik ’s middags gaf.”
Hij heeft altijd intens genoten van de cursisten. “Zeker met de jongeren had ik een klik. Ik blijf ze ook volgen hoor. Wat ze nu studeren, hoe hun levens verder verlopen, gelukkig hoor ik via via nog weleens wat.”
Erwin haalde ook veel plezier uit de lessen zelf. Hij is niet van het type ‘achteruit-leunen’ en maar zien wat er van een les terecht komt. “Leerlingen enthousiasmeren, daar gaat het om. Zodat zij – en daardoor ik ook – het naar hun zin hebben. Ik voerde nooit de druk op, iedereen kon zijn eigen gang gaan.”
De MegaMix
In al die jaren genoot hij het meeste van de MegaMix: een weekend waarin diverse kunstdisciplines samen iets neerzetten. Daar werkte hij hard aan en dan maar hopen dat het allemaal lukte. Soms liep het anders. Zoals die keer dat Erwin maandenlang bezig was met een speciale 3D video-opstelling in de nok van het theater en op de dag van de voorstelling het snoer niet bleek te werken. “Daar kan ik nog steeds kwaad om worden. Al die tijd die daar onnodig in is gaan zitten! Toch genoot ik altijd ongelooflijk van die weekenden.”
Wat hem betreft is Scholen in de Kunst een unieke plek vol mogelijkheden en talenten. “Als je daar rondloopt en je ziet al die jonge en oudere mensen met zoveel talent… dat vind ik altijd bijzonder. Zeker bij tentoonstellingen en voorstellingen komt dat mooi naar voren. Het is mooi dat het geen commerciële club is en dat de gemeente die blijft steunen.”
Het zal nog wel wennen worden voor Erwin om dat huis vol zinderende cultuur helemaal los te laten. “De afgelopen periode gaf ik al geen les meer vanwege gezondheidsklachten. Dus ik ben al wat meer losgezongen, maar het zal inderdaad wel vreemd zijn. Al moet ik ook wel zeggen dat ik ernaar uitkijk. Vroeger toen ik verschillende baantjes tegelijk had en ook nog mijn kunst maakte, droomde ik vaak over mijn ideale dag. Die bestond uit ’s ochtends in mijn atelier werken, ’s middags wat sporten en dan ’s avonds iets sociaals ondernemen. Nou die droom kan nu uitkomen, dat vind ik prachtig.”
Is hij niet bang dat hij een beetje zal indutten zonder alle dynamiek van de cursisten? “Ik ga hen en sommige collega’s uiteraard zeker missen, maar ik denk dat ik voorlopig wel wat om handen heb. Ik heb genoeg verbeeldingskracht in mijn hoofd. Ik moet soms gewoon opletten dat ik niet verdwijn in die fantasiewereld, die kent geen grenzen. Nee, dat komt wel goed. Plannen genoeg.”
door Dana Ploeger