Als docent

‘Een groep lesgeven, en dansen, geeft me zoveel energie - daar word ik echt gelukkig van! Omdat ik er ook behoefte aan had met mijn hoofd te werken, volgde ik de Master Kunsteducatie. Ik ben blij met mijn baan in die richting, maar het lesgeven heb ik daarnaast echt nodig. Ik betrap mezelf erop dat ik onderscheid maak. Voorafgaand aan mijn lessen zeg ik tegen mijn dochter: “Mamma gaat dansen vanavond”, en anders zeg ik: “Mamma gaat werken.” Ik ben altijd op zoek naar een balans tussen voelen, denken en het lichaam. Dans brengt dit voor mij in evenwicht en ik hoop dit ook mee te geven in mijn lessen. Ik denk dat ik als persoon heel open en energiek ben; ik maak makkelijk contact met verschillende mensen.’ 

Lichaamsbewustzijn

‘In eerste plaats wil ik leerlingen bewust maken van het eigen lichaam, zodat iedereen verbinding kan maken tussen zichzelf en de ruimte om zich heen. In de lessen ligt de focus op een spel van spanning en ontspanning, waarbij flow, dynamiek en ademhaling specifieke aandacht krijgen. Ik richt mij ook op de relaties tussen de dansers, op ontmoeting; je verhoudt je altijd ten opzichte van anderen in de ruimte. Dat bewustzijn is lastig, want je bent vaak vooral met jezelf bezig. Maar als dat lukt, beweeg je automatisch groter en ontstaat bijzondere energie.’ 

Techniek

‘Ik spreek mijn leerlingen aan op hun techniek, maar het is niet in iedere les mijn belangrijkste focus. Ik ben bij techniek altijd op zoek naar de verbinding met wat er bij de dansers van binnenuit komt, hun eigen bewegingstaal. Om dat te bereiken, geef ik bijvoorbeeld tijdens technische oefeningen een aandachtspunt dat juist niks met techniek te maken heeft. In plaats van te roepen dat ze hun voeten meer moeten pointen, laat ik ze de oefening tegenover elkaar doen, terwijl ze naar de ander moeten kijken. Zo gaat de oefening zelf vaak veel beter.’ 

Gaan!

‘Om ‘van binnenuit’ te kunnen dansen, is het de kunst je hoofd uit te zetten, de gedachten die je remmen, los te laten en jezelf niet te bekritiseren. Dat is lastig, want als ik bijvoorbeeld een plié-oefening geef: op 1 - plié, op 2 - tendue, dan moet je wel een combinatie aanleren en onthouden. Daarom doen we daarnaast ook altijd oefeningen vanuit improvisatie, of ik neem de leerlingen mee in bewegingen, dat ze mij kunnen volgen. En ik roep vaak: ‘Ga! Gaan!’ Daar heb je niet altijd wat aan, maar dat is wel een motto: gewoon doen, 100 keer doen! Als ik zie dat dat iemand lukt; iemand beweegt vanuit zijn eigen drive, bijna niet wetende wat hij doet, dan denk ik: YES!! Even uit het hoofd en in het lichaam.’ 

Muziek

‘Mijn muziekkeuze is heel divers: van klassiek, pop tot elektronische muziek. Het uitzoeken ter voorbereiding vind ik een heel inspirerend onderdeel van het lesgeven. Ik duik in allerlei muziek met Spotify als grote vriend, op zoek naar bijzondere nummers, nieuwe artiesten, iets eigens – geen specifieke namen. Ik kan zeker dansen op Adèle, maar vaak ga ik meer naar de techno-kant, ik zoek een bepaalde beat en nummers met verschillende lagen. Binnen de les varieer ik met lyrische muziek en nummers met juist een stevig ritme. Met dansen maak je daarna een nieuwe laag bij de muziek. Zo ben ik voor elke les-serie echt aan het creëren!’ 

Geluksmomentjes…

‘Het mooiste vind ik als iemand zonder gêne zijn hoofd uit kan zetten, helemaal opgaat in het moment en in de beweging!’  

Achtergrond

- Sara Lisa volgde de vooropleiding dans bij Codarts Rotterdam en studeerde af als docent dans aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. Daarna deed ze een Master Kunsteducatie.
- Sinds 2008 geeft ze moderne dans en choreografie bij Scholen in de Kunst aan jongeren en volwassenen. Ze is verbonden aan de School voor Talent Dans van Scholen in de Kunst.
- Naast dansdocent is Sara Lisa projectleider kunst- en cultuureducatie bij BplusC in Leiden en lid van de Adviescommissie Projectsubsidies en Visitatiecommissie Cultuur Gemeente Utrecht