Achtergrond
• Josien studeerde dwarsfluit bij Eugenie van der Grinten en behaalde in 1994 haar diploma docerend musicus.
• Als fluitiste speelde zij in het Nederlands Fluitorkest en in verschillende kamermuziekensembles.
• Vanaf 1998 geeft zij les op Scholen in de Kunst.
• Josien volgde de Suzuki opleiding: leren lesgeven volgens een auditieve speelse methode.
• In 2012 behaalde ze haar Pabodiploma.
• Vanuit Scholen in de Kunst geeft ze muzieklessen op basisscholen in Amersfoort.
• Josien is verantwoordelijk voor de organisatie en de blazersrepetities van het Juniorenorkest.

Als docent
‘Om te beginnen probeer ik kinderen op hun gemak te stellen, wil ik graag weten hoe het met ze gaat en een gezellige sfeer creëren. En van nature ben ik heel geduldig. Van daaruit zoek ik aansluiting bij de leerling en probeer ik de ingang te vinden om de leerling thuis aan de slag te krijgen. Dat werkt bij iedereen anders. Ik vind het heel bijzonder om op deze manier een band op te bouwen met mijn leerlingen en muzikaal dingen met elkaar te beleven.’

De les
‘Meestal werk ik met beginners helemaal auditief, zonder noten. Ik heb de Suzuki opleiding gedaan en die integreer ik in mijn les. De leerling luistert eerst en probeert dan uit te vogelen hoe hij het na kan spelen. We doen spelletjes, waarbij we luisteren en zingen. Dat werkt goed. Als kinderen meteen noten moet leren lezen, naast alle vaardigheden die nodig zijn voor het instrument, lukt echt luisteren vaak niet meer. Deze manier van spelen is ook een groot voordeel voor kinderen die bijvoorbeeld heel muzikaal zijn maar tegelijkertijd dyslectisch. Uit het hoofd spelen blijft een onderdeel van mijn les, ook als we na een jaar met bladmuziek werken.’

Oefenen
‘Bij jonge kinderen is de inzet van ouders belangrijk, oefenmomenten inplannen, stimuleren op een positieve manier. Met de keuze voor repertoire probeer ik aan te sluiten bij de wensen van de leerlingen, vooral bij de pubers. Ik speel zelf piano, dus ik begeleid ze graag om het zo leuk en compleet mogelijk te maken. Maar ik wil wel dat ze studeren. Liefst minimaal 4-5 keer per week. Ik zorg dat mijn leerlingen goed weten wat ze moeten studeren. Nieuwe stukken behandel ik in de les zodat ze weten hoe ze het moeten aanpakken. Ik stimuleer ook dat leerlingen gaan samenspelen. Dat motiveert meestal enorm ten opzichte van het geïsoleerd studeren.’

Geluksmomentjes…
‘Regelmatig ben ik echt ontroerd. Als ik een leerling bijvoorbeeld op de piano begeleid en het gevoel heb dat we echt samenspelen. Daar geniet ik enorm van!’