Log in

Op zoek naar een cursus?

Gebruik dan de cursuszoeker.

Zoek je cursus

Achtergrond

• Irma studeerde als docerend musicus af aan het Conservatorium van Rotterdam en als uitvoerend musicus aan het Conservatorium in Utrecht.
• Sinds 1986 geeft ze les bij Scholen in de Kunst.
• Na haar opleiding remplaceerde Irma in beroepsorkesten, ook speelde ze in het Nederlands Fluitorkest en in ad hoc kamermuziekensembles.
• Inmiddels is haar lespraktijk groter dan haar uitvoeringspraktijk. Ze speelt nog vooral Bachcantates bij cantateverenigingen.
• Samen met Frits Kroese en Georgina Collington vormt Irma het artistiek team van de School voor Talent, zij is vooral aanspreekpunt voor de kinderen en hun ouders. 

Als docent

‘Plezier in muziek maken, dat wil ik mijn leerlingen bijbrengen en ik wil het beste halen uit iedereen. Er zijn zoveel verschillende leerlingen: hele kleintjes, pubers, jongeren die het vak in willen, volwassenen – ik pas me steeds aan. Ik wil graag een band opbouwen met een leerling. Ik weet welke andere hobby’s ze hebben, en ik onthoud wat ze vertellen over school en thuis, zodat ik kan inspelen op de situatie.  

In mijn les wil ik echt aan het werk, iets bereiken. Niet zozeer een bepaald niveau, maar plezier. En het zelfstandig iets kunnen spelen, of ergens kunnen spelen, in een studentenorkest of een ensemble. Ik wil iets meegeven waar leerlingen een leven lang iets aan hebben.’

De dwarsfluitles

‘Welke methode ik kies, hangt af van de leerling. Bij iedereen begin ik met klank maken. Het beste geluid uit het instrument krijgen wat op dat moment haalbaar is. Bij kinderen verzin ik daar dingen omheen: gehoorspelletjes, klapspelletjes en op een gegeven moment zeg ik: “Die toon die we spelen, heet een b en die gaan we opschrijven.” Maar als iemand al noten kan lezen, beginnen we gewoon met een boek. Ik heb ook dyslectische leerlingen, daar heb ik iets voor ontwikkeld, we werken met kleuren en ik speel veel voor.’  

Samenspelen

‘Plezier in het muziek maken, krijg je niet als je alleen maar op je zolderkamertje studeert. Daarom regel ik naast de gewone les van alles om leerlingen te laten samenspelen. Ze kunnen in een orkest of een ensemble, samenspelen met iemand van school, en ik organiseer weekenden samen met mijn gitaar en klarinet collega waarin kinderen samen muziek maken. Dat doe ik ook voor volwassen leerlingen. Voor veel mensen het hoogtepunt van het lesjaar.’ 

Oefenen

‘Van leerlingen verwacht ik dat ze iedere dag thuis spelen. Natuurlijk lukt dat niet altijd, maar als het echt te weinig gebeurt, kan ik niks op de les en verzin ik trucs waardoor ze het hopelijk wel gaan doen. Bij jonge kinderen moeten ouders structuur bieden, een vaste tijd en een rustige plek. En af en toe even luisteren. Bij pubers niet pushen, maar iets leuks verzinnen. Wat luisteren ze zelf? Radio 538? Daar zijn fluitboeken van! Of we zoeken samen iets uit in de muziekwinkel. ‘Wow, ze is weer aan het spelen!’, mailt een ouder dan. Ik vertel leerlingen in de brugklas ook dat het gezond is fluit te spelen tussen het huiswerk maken door. Na elk vak, vijf minuten spelen, dan leer je weer sneller en haal je betere cijfers. Zoiets. Dan studeren ze soms ineens juist meer…’  

Geluksmomentjes…

‘Bijvoorbeeld als een kind al weken probeert geluid uit het instrument te krijgen en ineens lukt het. En dan dat stralende gezichtje! Maar ook een leerling die het Fluitconcert van Mozart instudeert en van alles probeert, tot het ineens echt klinkt als het Fluitconcert van Mozart.’